Executieve functies, sociale problemen en agressief gedrag bij kinderen in het speciaal basisonderwijs
Summary
Achtergrond: De ontwikkeling van executieve functies lijkt van invloed te zijn op gedrag dat kinderen laten zien. Huidig onderzoek richt zich op de relaties tussen werkgeheugen, inhibitie, sociale problemen en agressief gedrag van kinderen in het speciaal basisonderwijs. Specifiek wordt gekeken naar de rol van sekse. Onderzoek hiernaar is wenselijk, aangezien hierdoor handvatten geboden kunnen worden voor eventuele interventies bij gedragsproblemen. Methode: Er is een selecte steekproef getrokken die bestaat uit 110 kinderen van 6 tot en met 9 jaar in het speciaal basisonderwijs. Werkgeheugen en inhibitie zijn gemeten middels vier computertaken, sociale problemen en agressief gedrag middels de Teacher’s Report Form. Er is getoetst met Pearson’s correlatietesten en onafhankelijke t-toetsen. Resultaten: Werkgeheugen bleek significant zwak met agressief gedrag en voor jongens ook met sociale problemen te correleren. Bij jongens hangt tevens de OOO taak significant zwak samen met sociale problemen. Jongens vertoonden significant meer agressief gedrag en scoorden significant hoger op een inhibitietaak dan meisjes. Conclusie: Er zijn enkel zwakke significante correlaties gevonden tussen werkgeheugen, sociale problemen en agressief gedrag bij kinderen van 6 tot en met 9 jaar in het speciaal basisonderwijs. Discussie: In huidig onderzoek is onvoldoende bewijs gevonden dat interveniëren van executieve functies van invloed kan zijn op sociale problemen en agressief gedrag bij kinderen in het speciaal basisonderwijs. Meer onderzoek naar executief functioneren bij deze doelgroep is van belang om de invloed van sekse, leeftijd, intelligentie, ToM vaardigheden en gedrags- en aandachtsstoornissen op sociale problemen en agressief gedrag te verhelderen en eventuele interventies te optimaliseren.