Opvattingen en afwegingen ten aanzien van kwaliteit van basisonderwijs door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in beleid, uivoering, monitoring en evaluatie.
Summary
Deze studie onderzoekt de opvattingen en afwegingen in bilateraal beleid en uitvoering, en in monitoring en evaluatie ten aanzien van kwaliteit van basisonderwijs in de internationale context door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Vanuit de assumptie dat leidende belanghebbenden in aanzienlijke mate kunnen bepalen hoe kwaliteit van basisonderwijs dient te worden gedefinieerd en geëvalueerd, wordt aan de hand van een tweetal theoretische modellen en evaluatiemethodieken getracht een beeld te geven van de door het ministerie belangrijk geachte (abstracte) dimensies van kwaliteit van basisonderwijs. Een kwalitatief inhoudelijke analyse van beleidsdocumentatie, informatie van ambassades en evaluaties vormt de basis van het onderzoek. Daarnaast zijn semigestructureerde interviews met sleutelinformanten en participatieve observaties uitgevoerd. Opvattingen over kwaliteit van basisonderwijs zijn vanuit de theoretische modellen van kwaliteit in dimensies veelal gelijkwaardig in de verschillende velden van operationalisering. In de afwegingen omtrent het weergeven van kwaliteit van onderwijs zijn verschillen te ontdekken. Dit wordt voornamelijk zichtbaar in monitoring en evaluatie. Die conclusie wordt bevestigd in literatuur, maar roept vragen op omtrent de verhouding tussen doelstellingen en weergave die het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft ten aanzien van kwaliteit van basisonderwijs.