De Relatie tussen Motorische Vaardigheden en Exploratiegedrag bij Jonge Kinderen
Summary
Het doel van dit longitudinaal onderzoek was te achterhalen of de fijn en/of grof motorische vaardigheden op een leeftijd van 20 maanden de diepte van het ruimtelijk exploratiegedrag op een leeftijd van 24 maanden voorspellen. Tevens was onderzocht of de diepte van het ruimtelijk exploratiegedrag op een leeftijd van 20 maanden de fijn en/of grof motorische vaardigheden vier maanden later voorspelt. In totaal namen 31 participanten deel aan het onderzoek, waarvan 13 jongens. Het exploratiegedrag is onderzocht aan de hand van observaties van de kinderen, spelend met klein speelgoed. Gegevens over de motorische vaardigheden zijn verkregen door middel van de Ages and Stages Questionnaires, die de ouders hebben ingevuld. De data zijn geanalyseerd aan de hand van regressieanalyses. Het blijkt dat kinderen met betere fijn motorische vaardigheden op een leeftijd van 20 maanden meer diepere ruimtelijke exploratie vertonen vier maanden later. Het betreft een klein effect. Kinderen met diepere ruimtelijk exploratiegedrag op een leeftijd van 20 maanden vertonen betere fijn motorische vaardigheden vier maanden later. Dit betreft een klein tot middelmatig effect. Wat betreft de grof motorische vaardigheden en het exploratiegedrag zijn geen significante resultaten verkregen. Deze specifieke resultaten bieden mogelijkheden met betrekking tot de ontwikkeling van gerichte interventies. De resultaten komen overeen met eerdere onderzoeken met uitzondering van de relatie tussen de grof motorische vaardigheden op een leeftijd van 20 maanden en de diepte van ruimtelijk exploratiegedrag op een leeftijd van 24 maanden.