‘Cognitieve disfunctiegebieden in verband met het ervaren van sociale en emotionele eenzaamheid en depressie’
Summary
Om meer inzicht te krijgen in de relatie tussen het cognitief functioneren en het ervaren van eenzaamheid en depressie is dit onderzoek gericht op het vinden van verbanden tussen cognitieve disfunctiegebieden en sociale en emotionele eenzaamheid en depressie. Dit werd bewerkstelligd door bij 34 bezoekers van de dagbehandeling of bewoners van verpleeghuis ‘De Lichtenberg’ een cognitieve screeningstaak (MoCa), een eenzaamheidsvragenlijst van de Jong-Gierveld en een depressielijst van Han Diesfeldt af te nemen.
Er blijkt een negatief verband te bestaan tussen geheugenproblemen en het ervaren van sociale eenzaamheid. Daarnaast blijken problemen met visuoconstructieve vaardigheden positief te correleren met emotionele eenzaamheid. Tevens blijken problemen rondom het executief functioneren positief te correleren met het ervaren van eenzaamheid in zijn totaal.
De cognitieve disfuncties aandacht en visuoconstructieve vaardigheden laten een positief verband zien met depressie, wat betekent hoe meer aandachtsproblemen en problemen omtrent de visuoconstructieve vaardigheden, hoe groter de kans op depressie. Ook blijkt dat emotionele eenzaamheid positief samenhangt met depressie.
Aan de hand van multivariate analysis of variances (MANOVA), waarbij leeftijd, sekse en afdeling zijn meegenomen als factoren, blijkt dat leeftijd geen effect heeft op het ervaren van sociale en emotionele eenzaamheid, depressie, maar wel op het geheugen. Er bestaat een significant negatief verband tussen leeftijd en geheugen. De variabele afdeling heeft effect op eenzaamheid totaal en sociale eenzaamheid. Dit effect blijkt voort te komen uit de groepen somatiek en revalidatie, die significant van elkaar verschillen. Hierbij ervaren personen op de afdeling revalidatie meer eenzaamheid en sociale eenzaamheid dan de andere afdelingen. Als laatste heeft sekse effect op visuoconstructieve vaardigheden. Om het verschil tussen mannen en vrouwen te onderzoeken is gebruik gemaakt van een onafhankelijke t –toets, waaruit blijkt dat mannen beter zijn in visuoconstructieve vaardigheden dan vrouwen.