Prestaties van besturen in het basisonderwijs
Summary
Per 1 augustus 2011 zijn schoolbesturen verplicht een functionele of organieke scheiding te hebben tussen de functies van bestuur en intern toezicht. De gedachte hierachter is dat dit bijdraagt aan een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Echter niet alle besturen hebben deze scheiding reeds doorgevoerd. Dit onderzoek maakt onderscheid tussen drie bestuursvormen die voorkomen in het basisonderwijs, het klassieke model, het raad-van-beheermodel en het raad-van-toezichtmodel. Waarbij slechts bij het laatste model sprake is van een scheiding met een intern toezichtsorgaan. Dit onderzoek richt zich op de vraag welke verklaringen zijn er voor de verschillen in prestaties van besturen in het basisonderwijs, waarbij de drie bestuursvormen centraal staan. De prestatie wordt gemeten door de gemiddelde citoscore te nemen van de scholen die een bestuur beheert. De resultaten laten zien dat er op basis van de bestuursmodellen geen verschillen zijn in de hoogte van de gemiddelde citioscore. Wel kunnen verschillen verklaard worden door het aantal leerlingen onder een bestuur of op een school, het percentage gewichtenleerlingen, de contactfrequentie tussen bestuurders en hun scholen en de locatie van de scholen. Het aantal leerlingen onder een bestuur of op een school laat een positief verband laat zien met prestatie. Het percentage gewichtenleerlingen laat hierbij echter een negatief verband laat zien. Het gevonden verband tussen contactfrequentie en prestatie is non-liniair. Daarnaast blijken besturen met scholen in de provincies Groningen en Zuid-Holland en de 32 grootste steden minder goed te scoren op de gebruikte prestatiemaat.