De functionaliteit en leerbaarheid van de lijdende vorm
Summary
Veel deskundigen adviseren om de lijdende vorm te vermijden omdat deze de tekst saai en onpersoonlijk maakt. De passief heeft echter wel degelijk een functie. Aan de hand van publicaties over de functionaliteit van de lijdende vorm zijn er tien verschillende functies te benoemen. In dit onderzoek is nagegaan of deze functies goed leerbaar zijn in het voortgezet onderwijs. Aan de hand van een corpusonderzoek is gekeken hoe de passief in schoolboeken gebruikt wordt. Lesmethodes voor havo bovenbouw voor de vakken geschiedenis, biologie en natuurkunde zijn hierbij geanalyseerd, waarbij gekeken is naar de verschillende functies van de lijdende vorm. De natuurkundemethode bleek de hoogste passiefdichtheid te bezitten. Tevens heeft natuurkunde meer zijn-passieven dan biologie en geschiedenis. Dit komt vooral doordat er vaak naar tabellen en grafieken wordt verwezen door middel een zijn-passief. In tegenstelling tot de verwachting wordt de lijdende vorm in de biologiemethode niet vaak toegepast als afstandscheppend instrument bij het beschrijven van ziektes. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat leerlingen via de lesboeken wel enige ervaring opdoen met de lijdende vorm maar niet alle genoemde functies van de lijdende vorm leren kennen. In een experimenteel onderzoek is gekeken of een les over de lijdende vorm in het voortgezet onderwijs invloed heeft op het gebruik van de constructie in een passieve en actieve schrijftaak voor scholieren. Het aanleren van de verschillende functies van de lijdende vorm blijkt voor leerlingen van atheneum 3 lastig te zijn. De functie van ‘een niet-levende actor’ wordt het beste opgepikt maar over het geheel hebben leerlingen moeite met het aanleren van de verschillende functies.