Artistieke Expressie en de Expressie van het Gelaat: Kunst als Levensvorm
Summary
Het centrale probleem waar dit filosofische onderzoek zich over buigt, is de vraag ‘wat het betekent om een kunstwerk te ervaren’. De vraag die hier direct op volgt is wanneer men een object (een) kunst(werk) noemt, een verkapte vraag naar de definitie van de kunsten, waarin noodzakelijke en voldoende voorwaarden worden gespecificeerd die bepalend zijn voor de toekenning van de status van kunst(werk). Verschillende nuttige definities, die in het debat een belangrijke rol hebben gespeeld na het beroemde artikel van Morris Weitz, worden besproken, en hoewel zal blijken dat zij om verschillende redenen inadequaat zijn, vormen zij wel een bepalende achtergrond om de vraag naar ‘wat het betekent om een kunstwerk te ervaren’, te beantwoorden. Hierbij worden de institutionele definitie van de kunsten en de historische definitie van de kunsten uitgebreid besproken en bekritiseerd.
Een doodgewone kunstbezoeker kan zich soms radeloos de vraag stellen ‘maar is het Kunst?’. Het concept van een kunstpraktijk helpt hier wellicht om te begrijpen waar de vraag om draait: het vraagt naar hoe de toeschouwer het werk kan en behoort te ervaren, hoe met dit kunstwerk te interacteren om een waardevolle, belonende ervaring te hebben; maar, hierbij wordt niet slechts gevraagd naar de procedurele definitie en onder welke omstandigheden de status van kunstwerk wordt toegekend aan een object.
Een realistische definitie, die rekening houdt met eerder onderschreven bepalende factoren, zal worden voorgesteld, welke ingang biedt tot het diepere probleem van dit filosofisch onderzoek, namelijk, de werking van het kunstwerk en welke aspecten bepalend zijn voor een artistiek waardevolle ervaring. Om dit probleem te behandelen wordt geconcentreerd op de waarneming van representatie en expressie in de schilderkunst. In de ervaring van het kunstwerk staat het resultaat van het creatieve proces, de gerealiseerde intenties van de kunstenaar welke zichtbaar zijn in het resulterende kunstwerk, centraal. Hierin drukt de kunstenaar zijn artistieke intenties uit. Er wordt besproken hoe de uitdrukking van deze artistieke intenties het best kan worden begrepen, waarbij zal blijken dat het concept van gerealiseerde intenties, als veronderstelling van stijl en artistieke interesse, het meest zinnig is. Artistieke interesse waarin? In de uitdrukking van het werk, welke niet zomaar toegankelijk is, zonder enige achtergrondkennis of vingerwijzing. Er zal worden getracht te formuleren welk mechanisme werkzaam is in de waarneming van de artistieke expressie van een kunstwerk. Hierbij zal de analogie tussen artistieke expressie en de uitdrukking van het gelaat, welke al benadrukt wordt door Wittgenstein, een inzicht bieden om de werking van kunstwerken te begrijpen. Betoogd zal worden dat de kunsten in hun werking, onder ‘open’ voorwaarden, moeten worden begrepen en kunnen worden gedefinieerd in termen van de gerealiseerde artistieke uitdrukking, de expressie van het werk. Duidelijk zal worden dat binnen de eerdere definitie, wat bepalend en dus waardevol is aan kunstwerken, de expressie is, welke zich misschien nog het duidelijkst, of liever, meest succesvol, toont in de meesterwerken die we in onze tijd onderschrijven. Er zal worden verduidelijkt waarom een eensluidende, voor altijd geldende evaluatieve kritiek van de expressie van een kunstwerk niet mogelijk is, en om andere redenen geheel niet wenselijk.
Er zal worden beschouwd of een vergelijkbaar mechanisme van toepassing is op expressie in andere kunstvormen, waarbij muziek en literatuur als uitgangspunt worden genomen. Een complexe definitie van de werking van artistieke expressie zal worden voorgesteld binnen de eerdere realistische definitie. Betoogd zal worden dat de gerealiseerde intenties, traceerbaar in het werk, bepalend zijn voor de representatie, stijl, artistieke interesse, en niet te vergeten, de artistieke expressie van het werk. Dit probleem bevat echter een aantal losse vragen die nog onbeantwoord blijven, hoewel een indicatie van de mogelijke problemen wordt beschreven. Hoewel hiermee net zoveel vragen worden opgewekt als beantwoord, wordt met de analyse in het leeronderzoek wel duidelijk wat belangrijk en relevant, waardevol en betekenisvol is aan de kunsten.