Niet voor één gat te vangen Onderzoek naar het effect van woordmoeilijkheid op tekstbegrip bij sterke en zwakke lezers
Summary
Deze scriptie beschrijft een onderzoek naar het effect van woordmoeilijkheid op tekstbegrip bij middelbare scholieren uit de tweede klas van het VMBO en VWO. Er hebben in totaal 38 VMBO en 49 VWO leerlingen uit vier klassen meegewerkt aan het onderzoek. De leerlingen hebben drie verschillende toetsen gemaakt, een leesvaardigheid-, een woordenschat- en een clozetoets (gatentekst). De clozetoets is gemanipuleerd op woordmoeilijkheid en bestond uit twee versies, een lexicaal moeilijke en een lexicaal makkelijke versie.
Uit de resultaten bleek dat VWO leerlingen een betere woordenschat en leesvaardigheid hebben dan VMBO leerlingen. Er zijn twee statistische analyses uitgevoerd, uit de eerste analyse bleek een effect van tekstversie op de clozetoets te zijn en was er een verschil tussen VWO en VMBO leerlingen. In de tweede analyse werden de scores op de leesvaardigheid- en de woordenschattoets gecompenseerd. Toen bleek er geen effect van tekstversie en schooltype op de clozetoets meer te zijn. De vooraf bestaande verschillen in leesvaardigheid en woordenschat hebben de score op de clozetoets beïnvloed. Er blijkt geen effect van woordmoeilijkheid op tekstbegrip te zijn en er zijn tevens geen significante verschillen tussen VMBO en VWO leerlingen gevonden.