Hier zie je een meisje. Wast de vrouw zichzelf? - Onderzoek naar de verwerking van wederkerende en persoonlijke voornaamwoorden bij normaal ontwikkelende kinderen en kinderen met het downsyndroom.
Summary
In dit eindwerkstuk Communicatie doe ik onderzoek naar de verwerking van persoonlijke en wederkerende voornaamwoorden bij normaal ontwikkelende kinderen (leeftijd 4-5) en bij kinderen met het downsyndroom (leeftijd 14-19). Al jaren lang wordt er onderzoek gedaan met zinnen opgebouwd volgens de “Classic Condition”, waardoor er twee actieve referenten zijn in een zin. Uit deze onderzoeken kwam naar voren dat normaal ontwikkelende kinderen meer moeite hadden met de verwerking van persoonlijke vnw dan met die van wederkerende vnw (Chien & Wexler, 1990). Voor kinderen met het downsyndroom was dat juist precies andersom: zij hadden juist meer moeite met de verwerking van de wederkerende vnw dan met die van de persoonlijke vnw (Perovic, 2006). Uit recent onderzoek is gebleken dat door het veranderen van de zinsstructuur deze problemen met persoonlijke vnw bij de normaal ontwikkelende kinderen kunnen worden opgelost (Spenader et.al., 2009). In mijn onderzoek gebruik ik een “Truth Value Judgement Task” volgens hun methode (de “Single Topic Condition”) om te kijken of zo ook de problemen met wederkerende vnw bij de kinderen met het downsyndroom kunnen worden opgelost. Uit mijn resultaten blijkt dat dit inderdaad het geval is; de kinderen met downsyndroom scoren niet, zoals eerder, hoger op persoonlijke vnw dan op wederkerende vnw of de “Fillers”. Het IQ had daar geen significant effect op. Uit mijn onderzoek blijkt eveneens dat normaal ontwikkelende kinderen nog wel beter presteren op persoonlijke vnw dan op de wederkerende vnw. Dit is in strijd met de resultaten van Spenader et.al. (2009). Dit is te verklaren door het ontbreken van een pretest en het gebruik van andere afbeeldingen. De scores lagen echter wel boven gokkans. Uiteindelijk scoorden de normaal ontwikkelende kinderen beter op de wederkerende vnw en de “Fillers” dan de kinderen met het downsyndroom. Bij de persoonlijke vnw waren er geen significant verschillen tussen de groepen.