Waargenomen gedragscontrole is een mogelijke voorspeller van beperkingen in activiteiten bij patiënten met chronische idiopatische axonale polyneuropathie
Summary
Doel: Het doel van de studie is de waarde van waargenomen gedragscontrole (WGC) te onderzoeken met de onderzoeksvraag: Draagt de “theorie van gepland gedrag”, naast stoornis, bij aan het verklaren van variatie in het uitvoeren van activiteiten bij mensen met CIAP en hoe is dit na een jaar?
Design: Longitudinale studie
Deelnemers: Patiënten gediagnostiseerd met CIAP en bekend binnen het universitair medisch centrum Utrecht.
Uitkomstmaten: WGC (vragenlijst gebaseerd op de “theorie van gepland gedrag”), emoties (Hospital Anxiety and Depression Scale), beperkingen van activiteiten (shuttle wandel test [swt], Medical Outcomes Study 36-Item Short Form Health Survey [SF-36] de fysieke functioneren subschaal en stoornissen (spierkracht, sensbiliteit en pijn)
Resultaten: WGC correleerde op baseline met alle meetinstrument die beperkingen van activiteiten hebben gemeten op significantie level .01 en na een jaar met minstens significantie level .05. Daarbij droeg WGC significant bij aan de variantie, na een hiërarchische multiple regressie analyse, op de baseline meting met alle meetinstrument die beperking van activiteiten hebben gemeten. Na een jaar was alleen een bijdrage bij de SWT. Mediatie vond alleen plaats op de baseline meting van de SF-36
Conclusie: WGC verklaarde de variantie van beperkingen van activiteiten op de baseline meting en zijn er aanwijzingen bij de metingen na een jaar. De uitkomsten suggereren dat WGC invloed heeft op het uitvoeren van activiteiten zonder veranderingen in stoornis.