Ouderlijke echtscheiding, internaliserende problematiek bij adolescenten en de rol van vriendschappen.
Summary
Het doel van deze studie was het verschil in depressieve symptomen en angst tussen adolescenten van gescheiden ouders en adolescenten uit intacte gezinnen te onderzoeken. Ook de rol van de vriendschapskenmerken, aanwezigheid beste vriend, vriendschapsduur, steun van de beste vriend en ruzie met de beste vriend, is hierbij onderzocht. In dit onderzoek participeerden 1287 adolescenten, waarvan 628 jongens en 657 meisjes. 248 adolescenten waren afkomstig uit gescheiden gezinnen en 1037 adolescenten waren afkomstig uit intacte gezinnen. Adolescenten uit beide groepen hadden een gemiddelde leeftijd van 13.6 jaar, met respectievelijk een standaardafwijking van 1.8 jaar en 2.1 jaar. Ten eerste wordt onderzocht of adolescenten uit gescheiden en intacte gezinnen verschillen in de mate van angst en depressie.
Ten tweede wordt onderzocht of verschillende vriendschapskenmerken van scheidingsadolescenten een modererende rol spelen bij de samenhang tussen scheiding van ouders en internaliserende problematiek van adolescenten. Tenslotte wordt exploratief nagegaan welke rol sekse speelt bij de samenhang tussen gezinsstructuur, vriendschapskenmerken en internaliserende prolematiek. Er is in dit onderzoek gebruik gemaakt van verschillende (M)ANOVA’s. Het blijkt dat adolescenten van gescheiden ouders meer angst en depressieve symptomen ervaren dan adolescenten uit intacte gezinnen. Vriendschapsduur en ruzie met de beste vriend hangen significant samen met angst en depressie. Ruzie met de beste vriend hangt tevens significant samen met angst. Het effect van ruzie en huwelijkse staat op gemiddelde angst is verschillend voor jongens en meisjes. De mate van angst bij jongens en meisjes uit intacte gezinnen verschilt voor de mate van ruzie met de beste vriend. Bij adolescenten uit scheidingsgezinnen is dit echter alleen bij jongens het geval. Meisjes uit intacte gezinnen met veel ruzie rapporteerden de meeste angstklachten. De minste angstklachten worden gerapporteerd door jongens uit gescheiden gezinnen met weinig ruzie.