De Longitudinale Relatie Tussen Persoonlijkheid en Internaliserend Gedrag Tijdens de Adolescentie: Het Mediërend Effect van Autoritatief Opvoeden
Summary
Er is sterke empirische evidentie voor de relatie tussen persoonlijkheid en internaliserend probleemgedrag. Weinig aandacht is echter besteed aan de rol van de sociale omgeving. In deze longitudinale studie is onderzocht of autoritatief opvoeden de relatie tussen persoonlijkheid en internaliserend gedrag medieert. Daarvoor is gebruik gemaakt van data van de Vlaamse studie over Opvoeding, Persoonlijkheid en Ontwikkeling (N = 399). Moeders beoordeelden de Big Five karaktereigenschappen van hun kind en drie jaar later hun autoritatief opvoeden. Vijf jaar na het beoordelen van de persoonlijkheid rapporteerden adolescenten over hun internaliserend gedrag. Uit deze studie blijkt dat hogere scores op emotionele stabiliteit direct gerelateerd zijn aan lagere scores op internaliserend gedrag bij jongens en meisjes. Hoge scores op extraversie zijn direct gerelateerd aan lagere scores op internaliserend gedrag bij jongens en hogere scores op welwillendheid zorgen voor lagere scores op internaliserend gedrag bij meisjes. De resultaten tonen aan dat de dimensie warmte van autoritatief opvoeden de relatie tussen vindingrijkheid en teruggetrokken/ depressief gedrag medieert. Er is ook een mediatie-effect gevonden voor beredeneren in de associatie van extraversie, emotionele stabiliteit, vindingrijkheid met somatische klachten bij meisjes.