Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan Lith, Dr. J.H.
dc.contributor.authorHertroys, A.A.
dc.date.accessioned2011-07-25T17:04:11Z
dc.date.available2011-07-25
dc.date.available2011-07-25T17:04:11Z
dc.date.issued2011
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/7620
dc.description.abstractTwee aanvallen op het constructief empirisme en bijbehorende tweedeling tussen het waarneembare en het onwaarneembare zijn hardnekkig gebleken. De eerste aanval wijst op een inconsistentie van de tweedeling binnen het (constructief) empirisme. De tweede aanval betwijfelt de epistemologische relevantie van de grens. Wat betreft de consistentie argumenteer ik dat de wijziging die onder druk van Musgraves probleem in het constructief empirisme is gemaakt (Muller en van Fraassen 2008) niet nodig is. Bovendien hoeft de wetenschapsopvatting, contra Ladyman (2004), geen beroep op modale metafysica te doen. De aanval op de epistemologische relevantie is vaak gericht op een rechtvaardigingsstrategie waarin de wetenschapsopvatting wordt gepresenteerd als de opvatting die met minimale kennisclaims volledig recht doet aan de wetenschapspraktijk (Alspector-Kelly 2006). Deze presentatie is niet correct en ik suggereer een manier waarop de tweedeling beter kan worden verdedigd.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent362826 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleConstructief empirisme en waarneembaarheid
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsconstructief empirisme, waarneembaarheid, van fraassen
dc.subject.courseuuWijsbegeerte


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record