View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        De invloed van collaborative stepped care op toepassing van behandeling conform de richtlijn bij angststoornissen in de eerste lijn: Evaluatie onderzoek binnen een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek

        Thumbnail
        View/Open
        Palland 3161102.pdf (495.7Kb)
        Publication date
        2011
        Author
        Palland, B.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Doel Het evalueren van de invloed van collaborative stepped care (CSC) in vergelijking tot de gebruikelijke zorg (GZ) op de mate van toepassing van 'evidencebased' richtlijnen in de behandeling van paniekstoornis (PS) en gegeneraliseerde angststoornis (GAS) in de eerstelijns zorg in Nederland. Onderzoeksopzet Dit was een evaluatie onderzoek binnen een gerandomiseerd onderzoek naar de effectiviteit van CSC versus GZ. Om de geboden zorg te meten werd een checklist afgenomen bij huisartsen en care managers. Correcte toepassing van de richtlijnen was gedefinieerd door middel van een algoritme die gebaseerd was op de richtlijnen voor angststoornissen van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Resultaten Van 153 van de 180 patiënten konden de gegevens worden achterhaald. 97 patiënten zaten in de CSC groep en 57 patiënten in de GZ groep. In de CSC groep ontvingen de meeste patiënten psychologische behandeling in de vorm van optimale begeleide zelfhulp (66%). In de CSC groep hadden significant meer patiënten cognitieve gedragstherapie (CGT) ontvangen dan in de GZ groep en significant minder patiënten suboptimale antidepressieve medicatie. Daarnaast was voor een groot deel van de patiënten CGT niet meer nodig (48,5%) omdat er sprake was van remissie nadat begeleide zelfhulp was geboden. In de GZ groep ontvingen de meeste patiënten optimale antidepressieve medicatie (28,6%) of verwijzing (57,4%). Het aantal verwijzingen naar een GGZ-instelling was lager, echter niet significant lager, in de CSC groep (9,3%) dan in de GZ groep (19,6%). In de CSC groep werden bij significant meer patiënten de richtlijnen correct toegepast. Conclusie CSC is mogelijk een veelbelovende interventie voor angststoornissen in de eerstelijns zorg in Nederland. CSC leidt tot een toename in toepassing van 'evidencebased' richtlijnen door de huisartsen in de eerstelijns zorg. Daarnaast kunnen patiënten effectief behandeld worden met relatief weinig zorg (zoals begeleide zelfhulp).
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/7376
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo