Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan Rossem, Dr. P.
dc.contributor.advisorKisters, Dr. S.
dc.contributor.authorHemmink, C.B.
dc.date.accessioned2011-07-12T17:02:14Z
dc.date.available2011-07-12
dc.date.available2011-07-12T17:02:14Z
dc.date.issued2011
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/7350
dc.description.abstractEen onderzoek naar de betekenissen van het atelier in de hedendaagse kunst. Het onderzoek wordt gedaan aan de hand van de volgende acht hedendaagse kunstwerken: Jörg Immendorff, Ich wollte Künstler werden: Ich träumte davon...(1972), Peter van Poppel, Groot atelier (1974-1981), David Hockney, Self-portrait with blue guitar (1977), Ian Wallace, At work (1983), Paul McCarthy, Painter (1995), Tracey Emin, Exorcism of the last painting I ever made (1996), Martin Kippenberger, Spiderman Atelier (1996) en Rodney Graham, The gifted amateur, Nov 10th, 1962 (2007). Vervolgens worden de kunstwerken geanalyseerd met behulp van kunstfilosofieen van Aristoteles, Martin Heidegger en Jean Baudrillard. Ten slotte wordt geconcludeerd wat het atelier in de hedendaagse kunst voor verschillende betekenissen kan hebben en wat hiervoor mogelijke verklaringen zijn.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent3199835 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe mythe van het atelier in de hedendaagse kunst
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsatelier, mythe, hedendaagse kunst, Aristoteles, Heidegger, Baudrillard
dc.subject.courseuuModerne en hedendaagse kunst


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record