Het verband tussen receptieve woordenschat, verbaal werkgeheugen en aandacht bij peuters met taal- en gedragsproblematiek.

Abstract

In het huidige onderzoek is gekeken naar het verband tussen receptieve woordenschat en verbaal werkgeheugen, evenals naar het verband tussen receptieve woordenschat en aandacht. Deze verbanden zijn vergeleken voor 65 peuters met taal- en gedragsproblematiek en 124 normaal ontwikkelende peuters van tweeënhalf tot vier jaar oud. Uit de resultaten is gebleken dat de receptieve woordenschat van peuters met taal- en gedragsproblematiek gemiddeld lager is dan de receptieve woordenschat van zich normaal ontwikkelende peuters. Ook het verbaal werkgeheugen van peuters met taal- en gedragsproblematiek is gemiddeld minder sterk en het aandachtsniveau is eveneens lager. Door middel van correlatie- en regressieanalyses is aangetoond dat verbaal werkgeheugen en aandacht belangrijke voorspellers zijn voor receptieve woordenschat. Hoewel dit voor beide groepen geldt, zijn verbaal werkgeheugen en aandacht iets betere voorspellers voor de receptieve woordenschat bij peuters met taal- en gedragsproblematiek, vergeleken met de groep normaal ontwikkelende peuters. Het huidige onderzoek geeft het belang van de ontwikkeling van integratieve modellen op deze gebieden weer en biedt suggesties voor vervolgonderzoek. Tevens worden er aanknopingspunten geboden voor verbeteringen in de preventie en interventie van problemen met betrekking tot receptieve woordenschat, verbaal werkgeheugen en aandacht bij kinderen die jonger zijn dan vier jaar.