View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Jongemannen in de herontwikkelde openbare ruimte

        Thumbnail
        View/Open
        Jongemannen in de herontwikkelde openbare ruimte.pdf (5.954Mb)
        Publication date
        2011
        Author
        Jehee, J.S.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Samenvatting Volgens de Franse socioloog Lefebvre (1990) creëert elke samenleving zijn eigen openbare ruimte. Omdat de samenleving continue verandert, verandert ook de openbare ruimte continue. Verschillende maatschappelijke en bestuurlijke trends uit de laatste twee decennia hebben geleid tot de herontwikkeling van de openbare ruimte in de Nederlandse binnensteden. Traditioneel gezien zijn in Nederland de binnensteden het terrein voor de detailhandel. Een individualistische samenleving en de toegenomen welvaart en mobiliteit hebben echter geresulteerd in een nieuwe consument die ook nieuwe eisen aan het consumptie landschap is gaan stellen. De nieuwe consument laat zich leiden door beleving, vermaak en is op zoek naar een veilig winkelgebied zonder zorgen (Melik, 2008, Spierings, 2006). De Nederlandse binnensteden zijn hun openbare ruimten gaan herontwikkelen om aan deze eisen te voldoen. Ook de toenemende decentralisatie van overheid is hierin een belangrijke factor. Steden zijn meer en meer zelf verantwoordelijk voor hun inkomsten en het aantrekken van deze nieuwe consument zien zij als een middel om de stedelijke economie te stimuleren. Bij de herontwikkelingen spreekt de literatuur over het ontstaan van Themed Spaces en Secured Spaces (Melik, 2008). Themed Spaces zijn ruimten waarbij vooral vermaak en beleving centraal staan. Secured Spaces zijn ruimten die vooral veilig dienen te zijn. Omdat de steden de herontwikkeling voor het grootste deel zelf moeten bekostigen, zijn steden hierbij op zoek gegaan naar andere financiële middelen. Bij verschillende herontwikkelingen zijn om deze reden ook private partijen betrokken. In dit onderzoek zijn twee in de jaren 90 herontwikkelde openbare ruimten in het centrum van Rotterdam, het Schouwburgplein (SBP) en de Beurstraverse (BTR), onderzocht op het gebied van veiligheid en beleving onder jonge mannelijke bezoekers. Hierbij is vooral gekeken naar de invloed van de sociale omgeving, de fysieke omgeving en het moment op de dag. Het SBP wordt in de literatuur gezien als themed space en de BTR als secured space, waarbij bij de herontwikkeling van de BTR tevens private partijen hebben mee geïnvesteerd in de hoedanigheid van een consortium (Melik, 2008). Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van literatuur onderzoek, observaties en diepte interviews met een tiental hoogopgeleide autochtone jongemannen in de leeftijdgrens van 18-30 jaar. De openbare ruimte is voor deze groep een interessant gebied. Het is de plek waar zij soortgenoten en mogelijke partners en vrienden kunnen ontmoeten, waar zij zichzelf een identiteit kunnen geven en waar zij kunnen laten zien dat ze tot een bepaalde subgroep behoren. De openbare ruimte is ook de plek waar verschillende subgroepen in conflict met elkaar kunnen staan en elkaar verdringen (Van Aalst & Ennen, 2002). Op het gebied van veiligheid in de openbare ruimte zijn jongemannen een interessante groep aangezien jongemannen tot voor kort weinig aandacht hebben gekregen in de fear literatuur. Dit terwijl deze groep het vaakst subject is van vergrijpen in de openbare ruimten (Brownlow, 2005; Pain, 2003; Day et al. 2003). Het literatuur onderzoek heeft naast een theoretisch kader geleid tot een antwoord op de vraag in hoeverre veiligheid een rol heeft gespeeld bij de herontwikkeling van het SBP en de BTR. Het blijkt dat vooral bij de BTR – in de literatuur aangeduid als scured space - veel veiligheidsmaatregelen zijn genomen. De BTR is een verdiepte winkelstraat in het midden van de stad en kent onder andere cameratoezicht, een hangverbod, surveillance personeel en diverse veiligheidsmaatregelen in het ontwerp, zoals het ontbreken van banken, die moeten zorgen voor een veilig winkelgebied. De genomen veiligheidsmaatregelen waren in dit geval het resultaat van de gestelde eisen van de mee-investerende private partijen. Ook een eenzijdig ruimtegebruik met slechts winkels en een metrostation was een wens van het consortium. Het SBP een uitgestrekt plein in het midden van de stad, omringd door culturele centra en horeca – in de literatuur aangeduid als themed space -, kent een beperkt aantal veiligheidsmaatregelen. De aanwezige veiligheidsmaatregelen, zoals sinds kort cameratoezicht, zijn niet zo zeer het resultaat van de herontwikkeling maar van algemene veiligheidsmaatregelen in de gehele Rotterdamse binnenstad. Observaties, verspreid over de dag op drie verschillende dagen, hebben een waardevol beeld gegeven van de bezoekers en het gebruik van het plein op verschillende tijdstippen. Deze observaties en de bevindingen uit de literatuur zijn gebruikt ter voorbereiding van de diepte interviews met de jongemannen. In deze diepte interviews is de (veiligheids)beleving op de twee openbare ruimten ter sprake gekomen. Uit de interviews blijkt dat alle jongemannen bekend zijn met de betreffende openbare ruimten en dat zij zich in deze ruimten over het algemeen veilig voelen. Vooral hun eigen ervaringen zijn verantwoordelijk voor het veiligheidsgevoel dat zij bij de ruimten hebben. Verhalen van derden en de media, die volgens de literatuur ook een belangrijke rol spelen bij de creatie van veiligheidsgevoelens in de openbare ruimte (Van Aalst & Schwanen, 2009), hebben een minder doorslaggevende rol. Toch spelen ook deze verhalen een rol bij de negatieve connotatie van bepaalde tijdstippen en subgroepen. Dat jongemannen zich niet snel angstig voelen in de openbare ruimte is niet geheel verassend. Uit de literatuur bleek al dat de masculiene identiteit van jongemannen bepalend is voor hun veiligheidsgevoel en resulteert in een zelfverzekerdheid en onbevreesdheid in de openbare ruimte. Het is echter juist ook deze masculiene identiteit die door ongevraagde ontmoetingen aangetast kan worden en daarbij niet meer vanzelfsprekend is. Het blijkt, zoals ook is gebleken uit de literatuur (Brownlow, 2005), dat jongemannen strategieën hanteren om dergelijke situaties te voorkomen. Zo nemen zij bewust (en onbewust) hun omgeving in zich op om zo eventueel een situatie geheel te ontwijken, dan wel een situatie de baas te zijn door op de hoogte te zijn van eventuele vluchtwegen en omstanders. Dit leidt er toe dat vooral de fysieke omgeving bepalend is voor het kunnen toepassen van deze strategieën. Een donkere en onoverzichtelijke ruimte beperkt jongemannen op het kunnen toepassen van deze strategie en is hiermee een negatieve factor op hun veiligheidsgevoelens. Dit is bijvoorbeeld het geval op de grote uitgestrekte en slecht verlichte vlakte van het SBP in de avond. Ook in de smalle ruimte van de BTR wordt in de avond als onoverzichtelijk gezien, met bovendien weinig vluchtwegen. Het moment van de dag maakt hierbij ook een verschil, waarbij de avond een negatieve factor is op het veiligheidsgevoel door een mindere mate van licht en dus overzicht. Wat opvallend is, is dat dezelfde ´onoverzichtelijke´ ruimte van de BTR tijdens de dag niet werd benoemd als negatieve factor op het veiligheidsgevoel van de jongemannen. Het aanwezige winkelpubliek in de ruimte creëert een mate van sociale controle die een positievere uitwerking heeft op het veiligheidsgevoel dan de negatieve beperking van het overzicht. De aan of afwezigheid van publiek in de BTR door de aanwezigheid van winkeltijden is het resultaat van het eenzijdige ruimtegebruik en kan dus als gevolg worden gezien van de herontwikkeling. Ook de sociale controle op het SBP wordt als een duidelijke positieve factor op het veiligheidsgevoel genoemd. Deze is door een veelfout van verschillende functies aan het plein minder tweeledig dan in de BTR. Echter ook hier is de sociale controle in de avond minder gedurende de dag, door minder publiek en een beperkter overzicht. Naast deze positieve factor van de sociale omgeving op het veiligheidsgevoel van jongemannen komt uit het onderzoek ook een duidelijk negatieve factor van de sociale omgeving naar voren. Zo storen jongemannen zich vaak aan bepaalde typen bezoekers in de openbare ruimte, zoals daklozen/junks, uitgaanspubliek en hangjongeren. In overeenkomst met wat er in de literatuur wordt beweerd, voelen bezoekers zich in de openbare ruimte zich eerder ongemakkelijk bij een ontmoeting met bezoekers die behoren tot een verschillende ‘subgroep’. De benoemde type bezoekers komen vaker voor in een ruimte waar zij kunnen verblijven, zoals op de bankjes op het SBP. Deze bankjes zijn bij de herontwikkeling van de BTR bewust uit het ontwerp gelaten. De literatuur spreekt over een toenemende verdringing van bepaalde subgroepen door claimgedrag in de openbare ruimte door andere subgroepen. Uit het onderzoek blijkt dat vooral hangjongeren op de bankjes van het SBP aanwezig zijn en dat bijvoorbeeld de doelgroep uit dit onderzoek zich liever niet op deze bankjes begeeft. Dat de jongemannen zich liever niet op het plein begeven heeft deels te maken met de aanwezigheid van de hangjongeren en er kan dan ook gesproken worden van een zekere mate van een ‘geclaimde’ ruimte. Echter, naast de aanwezigheid van deze groep wordt ook de fysieke ruimte benoemd. De jongemannen geven aan de ruimten niet aantrekkelijk genoeg te vinden om er een langere tijd te verblijven. Het blijkt dat veiligheidsgevoelens en het gedrag van jongemannen zowel door de fysieke als sociale omgeving wordt bepaald en dat deze elkaar daarbij ook nog eens beïnvloeden. Daarnaast is er een sterke invloed van het moment op de dag op het veiligheidsgevoel. Het verbeteren van de veiligheid moet daarom gezien worden in een samenspel van verbeteringen in zowel de sociale als fysieke omgeving. Het ontwerp bij de herontwikkeling van het SBP en de BTR heeft geresulteerd in een fysieke en sociale omgeving die leidt tot verschillende belevingen en veiligheidsgevoelens gedurende de dag, waarvan er reeds enkele zijn besproken. Het fysieke ontwerp van het SBP had moeten zorgen voor een esthetisch aangename ruimte waar men elkaar graag ontmoet, zoals een themed space ook betaamd. Echter, uit het onderzoek is gebleken dat de ruimte niet zo wordt ervaren. De ruimte wordt juist als kil en te wijds ervaren. Dit is echter het resultaat van een uniek ontwerp. Vele andere themed spaces resulteren ongetwijfeld wel tot aangename plekken van verblijf. De geplande revitalisatie van het plein zal de aantrekkelijkheid van het plein mogelijk doen vergroten. Het nieuwe ontwerp en de verscheidenheid aan functies die het plein nu al kent, zal kunnen resulteren in een gemixt publiek gedurende de dag en hiermee een grote mate van sociale controle. Deze sociale controle is van groot belang voor de veiligheidsgevoelens, zoals uit dit onderzoek blijkt. De sociale controle is door het eenzijdige ruimtegebruik van de BTR sterk vertegenwoordigd tijdens de winkeltijden en afwezig buiten de winkeltijden. Dit maakt de ruimte tijdens de winkeluren tot een veilige ruimte en buiten de winkeltijden tot een uitgestorven onaangename ruimte, waarbij de jongemannen geen idee hebben wat zij daar te zoeken hebben. Het eenzijdige ruimtegebruik is een direct resultaat van de plannen bij de herontwikkeling. Hiermee creëert een dergelijk herontwikkeling een zekere mate van parochialisering in de binnenstad. Daarnaast zorgt het ontbreken van banken, het samenscholingsverbod en surveillance personeel ertoe dat de ruimte niet door bepaalde groepen wordt gebruikt als hangplek. Dit kan als positief worden gezien, maar ook dit resulteert in een zeker mate van parochialisering van de binnenstad. De consumenten weten de ruimte te vinden en de overige groepen gaan op zoek naar een andere ruimte om te verblijven. Bovendien lijken andere veiligheidsmaatregelen zoals videobewaking nauwelijks invloed te hebben op de veiligheidsgevoelens van de jongemannen. Het is de vraag of het ontstaan van dergelijke ruimte dan ook een gewenste ontwikkeling is.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/7218
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo