De ene wijk is de andere niet. Een vergelijking tussen het verval van twee Schiedamse wijken en een blik op de landelijke selectiecriteria.
Summary
De gemeente Schiedam heeft een wijk op de lijst van de veertig gebieden in Nederland waar de cumulatie van fysieke en sociaal-economische achterstanden en problemen het meest verontrustend is. De gemeente is blij met deze selectie, maar heeft het idee dat binnen haar grenzen nog een andere wijk is met problemen van minstens vergelijkbare grootte. In dit onderzoek wordt gezocht naar de verklaringen voor het verval van beide wijken en wordt daarnaast gekeken hoe komt dat de ene wijk wel, en de andere wijk niet geselecteerd is als landelijke probleemwijk. Er wordt bevestiging gevonden voor de meeste theorieën over het verval van buurten, maar er wordt ook een factor toegevoegd: de eigendomsverhouding van woningen in een wijk. Verder blijkt dat de landelijke selecties van probleemwijken toegespitst lijken te zijn op de vroeg-naoorlogse flatwijken met een grote sociale woningvoorraad. Aan de hand van de situatie in Schiedam lijkt er echter ook een groeiend aantal vooroorlogse wijken in Nederland te zijn waar zich problemen voordoen. Het gaat dan om problemen in de particuliere woningvoorraad en problemen die te maken hebben met de komst van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa.