Perceptuele onzekerheid en dissociatie na perseveratief staren bij patiënten met OCS

View/ Open
Publication date
2011Author
Besten, L.M.I. den
Hooghiemstra, D.
Metadata
Show full item recordSummary
De obsessieve compulsieve stoornis (OCS) is een invaliderende stoornis. Om zekerheid te krijgen vervallen veel van de mensen met OCS in herhaaldelijk controleer-, tel-of poetsgedrag. Maar dit leidt juist tot het tegengestelde effect; namelijk een toenemende onzekerheid en een verminderd vertrouwen in het geheugen. Uit onderzoek blijkt dat niet alleen het vertrouwen in het geheugen afneemt (van den Hout & Kindt, 2003a) maar ook het vertrouwen in de waarneming (perceptie) en de aandacht (Hermans et al., 2008). Het onderzoek van Van den Hout et (2009) laat zien dat er een verband bestaat tussen (langdurig) staren en onzekerheid maar dit is onderzocht met gezonde mensen. In dit onderzoek is nagegaan bij 20 mensen met OCS of zij meer perceptuele onzekerheid en dissociatie ervaren na een kort moment van staren naar een neutrale stimulus in vergelijking met gezonde mensen zonder obsessieve-compulsieve stoornis. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van Diagnose als binnen-groepen variabele en de scores op de pretest (3 seconden staren) als tussen-groepen variabele. Uit dit onderzoek blijkt dat patiënten met OCS meer perceptuele onzekerheid en dissociatie ervaren na een kort moment van staren naar een neutrale stimulus in vergelijking met de controlegroep zonder OCS. Dit verschil is te zien na een staarmoment van slechts drie seconden. Dit verschil is voor perceptuele onzekerheid significant en voor dissociatie niet significant gebleken.