Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVolman, C
dc.contributor.advisorDouma, JCH
dc.contributor.authorHanenberg, J.H.C.
dc.contributor.authorHerpen, E.H.J.L. van
dc.date.accessioned2010-12-14T18:01:19Z
dc.date.available2010-12-14
dc.date.available2010-12-14T18:01:19Z
dc.date.issued2010
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/6330
dc.description.abstractSamenvatting Achtergrond: Participatie van kinderen in bewegingsactiviteiten op school en buiten school wordt van belang geacht voor de motorische en sociale ontwikkeling. Kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD) worden belemmerd in hun motorisch functioneren. De gevolgen daarvan voor hun participatie in bewegingsactiviteiten zijn nog nauwelijks onderzocht vanwege het ontbreken van een specifiek meetinstrument om participatie in bewegingsactiviteiten te meten. Doel: Onderzoeken van de psychometrische kenmerken van een nieuw ontwikkelde Nederlandse vragenlijst ‘Ik doe mee met...’, die participatie in bewegingsactiviteiten meet bij kinderen op de basisschool. De lijst beoogt participatie van bewegingsactiviteiten in verschillende contexten (eigen buurt, schoolplein, gymles) en voor verschillende domeinen van motoriek (balvaardigheid, fijn-motorisch en grof-motorisch) te meten. Methode: Bij 497 kinderen (M=9.03 jaar, SD=1.80 jaar) is de vragenlijst ‘Ik doe mee met…’ afgenomen. Een exploratieve factoranalyse werd toegepast. Twee subgroepen werden op basis van motorische competentie screeningslijsten (vermoeden van DCD: n=24; gematchte controlegroep: n=49) geselecteerd. Verschillen voor motorische competentie (vermoeden van DCD, controle), sekse en leeftijd (middenbouw, bovenbouw) werden ter ondersteuning van de validiteit getoetst met ANOVA. Resultaten: De interne consistentie van de subschalen was voldoende (.58<α<.74) en voor de totaalschaal voor bewegingsparticipatie goed (α.=80). De factoranalyse liet vijf factoren zien, namelijk participatie bij: 1) Gymles, 2) Balvaardigheid, 3) Fijn-motorisch, 4) Grof-motorisch ‘rennen’, 5) Grof-motorisch ‘evenwicht’. Verwachte groepsverschillen werden niet gevonden op de totaalschaal, wel op de onderscheiden subschalen. Echter voor motorische competentie alleen voor de subschaal Balvaardigheid. Conclusie: Onderzoeksbevindingen laten zien dat de vragenlijst een voldoende betrouwbaar en valide meetinstrument is om participatie in bewegingsactiviteiten te meten.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent175023 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleParticipatie in bewegingsactiviteiten bij kinderen op de basisschool: Betrouwbaarheid en validiteit van de vragenlijst ‘Ik doe mee met…’
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsBegrippen: participatie in bewegingsactiviteiten
dc.subject.keywordsmotorische competentie
dc.subject.keywordsgeslachtsverschillen
dc.subject.keywordsleeftijdsverschillen.
dc.subject.courseuuOrthopedagogiek


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record