Opvoeden; hoe doen ouders in Nederland dat? Ouderlijke warmte en negatieve disciplinering en de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongens in de leeftijd van 1-4 jaar.

Abstract

Deze studie heeft de verschillen tussen vaders en moeders in het bieden van warmte en negatieve disciplinering aan hun zonen in de leeftijd van 1-4 jaar onderzocht. Daarnaast is gekeken hoe warmte en negatieve disciplinering van zowel vaders als moeders samenhangt met de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Er hebben 49 ouderparen met een zoon in de leeftijd van 1-4 jaar meegedaan aan het onderzoek (M = 30 maanden; SD = 9.7 maanden). Zowel vaders als moeders hebben vragenlijsten ingevuld met betrekking tot hun opvoedingsgedrag (warmte, negatieve disciplinering). Daarnaast hebben moeders gerapporteerd over de sociaal-emotionele ontwikkeling en het externaliserend probleemgedrag van hun zonen (ASQ-SE en CBCL). De resultaten van de t-testen wezen uit dat moeders meer warmte en vaders meer negatieve disciplinering bieden. Uit de regressieanalyses is gebleken dat er geen samenhang is tussen de warmte die moeders bieden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun zoon. Daarentegen bleek een hoge mate van warmte vanuit vaders de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun zoon positief te beïnvloeden. Wanneer vaders en moeders een hoge mate van negatieve disciplinering lieten zien in de opvoeding, lieten jongens meer externaliserend probleemgedrag zien. Geconcludeerd kan worden dat vaders al vroeg in de opvoeding van jongens een belangrijke factor zijn, vooral als het gaat om het bieden van warmte. Dit indiceert dat het van belang is om niet alleen moeders, maar ook vaders te betrekken in preventieprogramma’s die zich richten op externaliserend gedrag bij jongens van 1-4 jaar oud.