View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Help, mijn pupil wordt 18. Het belang van voortgezette hulpverlening in de jeugdbescherming aan jongeren met een verstandelijke beperking

        Thumbnail
        View/Open
        Masterthesis Burg, SJE van der-3325733 en Elteren, S van-3328813.pdf (568.4Kb)
        Publication date
        2010
        Author
        Burg, S.J.E. van der
        Elteren, S. van
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Wanneer een jongere 18 jaar wordt is hij volgens de wet volwassen. Dit houdt in dat een eventuele Onder Toezicht Stelling (OTS) vervalt. De gezinsvoogdijinstelling heeft slechts beperkte mogelijkheden tot de ondersteuning van 18+ jongeren. De WSG stelt dat het voor jongeren uit hun doelgroep van belang is dat de beschermingsmaatregel niet op 18-jarige leeftijd komt te vervallen, maar dat deze voor een bepaalde tijd verlengd kan worden. De vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt: ‘In welke mate is het van belang dat jongeren die onder toezicht staan bij de William Schrikker Groep na het passeren van de leeftijdsgrens van 18 jaar voortgezette hulp krijgen aangeboden?’. Deze vraag is beantwoord door het meten van het sociaal aanpassingsvermogen van vijftien tot en met zeventienjarige cliënten van de WSG en BJZ met een ondertoezichtstelling. Het instrument dat hiervoor gebruikt is, is de Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA), die is afgenomen bij de gezinsvoogd en een interview met de jongere dat gebaseerd is op de BSA. Uit dit onderzoek blijkt dat het sociaal aanpassingsvermogen van pupillen van BJZ groter is dan dat van pupillen van de WSG. De jongeren met een verstandelijke beperking scoren lager op sociaal aanpassingsvermogen dan jongeren zonder verstandelijke beperking. Daarnaast blijkt dat de jongeren hun sociaal aanpassingsvermogen zelf hoger inschatten dan de gezinsvoogd dit doet. Gezien deze resultaten is voortgezette hulpverlening aan jongeren met een verstandelijke beperking en pupillen van de WSG van groot belang.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/6154
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo