Help, mijn pupil wordt 18. Het belang van voortgezette hulpverlening in de jeugdbescherming aan jongeren met een verstandelijke beperking
Summary
Wanneer een jongere 18 jaar wordt is hij volgens de wet volwassen. Dit houdt in dat een eventuele Onder Toezicht Stelling (OTS) vervalt. De gezinsvoogdijinstelling heeft slechts beperkte mogelijkheden tot de ondersteuning van 18+ jongeren. De WSG stelt dat het voor jongeren uit hun doelgroep van belang is dat de beschermingsmaatregel niet op 18-jarige leeftijd komt te vervallen, maar dat deze voor een bepaalde tijd verlengd kan worden. De vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt: ‘In welke mate is het van belang dat jongeren die onder toezicht staan bij de William Schrikker Groep na het passeren van de leeftijdsgrens van 18 jaar voortgezette hulp krijgen aangeboden?’. Deze vraag is beantwoord door het meten van het sociaal aanpassingsvermogen van vijftien tot en met zeventienjarige cliënten van de WSG en BJZ met een ondertoezichtstelling. Het instrument dat hiervoor gebruikt is, is de Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA), die is afgenomen bij de gezinsvoogd en een interview met de jongere dat gebaseerd is op de BSA. Uit dit onderzoek blijkt dat het sociaal aanpassingsvermogen van pupillen van BJZ groter is dan dat van pupillen van de WSG. De jongeren met een verstandelijke beperking scoren lager op sociaal aanpassingsvermogen dan jongeren zonder verstandelijke beperking. Daarnaast blijkt dat de jongeren hun sociaal aanpassingsvermogen zelf hoger inschatten dan de gezinsvoogd dit doet. Gezien deze resultaten is voortgezette hulpverlening aan jongeren met een verstandelijke beperking en pupillen van de WSG van groot belang.