Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorWaardenburg, M
dc.contributor.authorChang, Y.
dc.date.accessioned2010-11-01T18:00:58Z
dc.date.available2010-11-01
dc.date.available2010-11-01T18:00:58Z
dc.date.issued2010
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/6019
dc.description.abstractNOC*NSF en haar leden gebruiken de Sportagenda als beleidsnotitie om richting geven aan de ontwikkelingen binnen de georganiseerde sport. In de sportagenda staan ambities genoteerd op het gebied van breedte- en topsport. Om de doelen ervan te halen wordt ingezet op brancheversterking. Dit betekent dat de Sportagenda aanstuurt op professionalisering en clustering van sportbonden met als doel de werkorganisaties van de bonden te versterken. Deze processen hebben invloed op met name kleine sportbonden. Dit onderzoek heeft zich gericht op deze kleine sportbonden en heeft kwalitatief onderzoek gebruikt om de betekenissen van ‘decision-makers’, oftewel beleidsbepalers, van professionalisering en clustering te achterhalen en wat dit betekent in relatie tot de Sportagenda en het handelen van de sportbonden hierin. Hieruit blijkt dat alle sportbonden het erover eens zijn dat professionalisering van de sportbond een gewenste ontwikkeling is, maar dat er verschillende manieren zijn om de organisatie versterken. Het hebben van capaciteit en kennis is erg belangrijk. De capaciteit van sportbonden kan ingevuld worden door meer en betere medewerkers binnen te halen. Ook kan de structuur van de bond worden aangepast, zodat er efficiënter en effectiever gewerkt wordt. Kennis wordt gezocht in samenwerking met andere sportbonden of -organisaties. Clustering is voor sportbonden één van die manieren van samenwerking. Voordelen van clustering, zoals het delen van kosten en kennis, worden door de kleine sportbonden erkend, maar zijn voor de meeste bonden nog niet de doorslaggevende factor om deze intensieve vorm van samenwerking te zoeken. Sterker nog, de meeste sportbonden clusteren liever niet omdat ze bang zijn dat het gevaar oplevert voor de identiteit en de bestuurlijke autonomie van de sportbond. De Sportagenda wordt beschouwd als een externe beleidsnotitie die niet voor elke sportbond van toepassing is. Bovendien hebben de meeste kleine sportbonden niet de middelen of mankracht om de richtlijnen van Sportagenda op te pakken en te implementeren binnen hun organisatie. Kleine sportbonden en NOC*NSF zien beiden graag dat sportbonden kiezen of zij zich committeren aan het collectieve beleid of niet. Niet meedoen is prima, maar hier moeten wel consequenties aan zitten. Clustering wordt door NOC*NSF gezien als de énige manier waarop kleine sportbonden zich kunnen versterken terwijl kleine sportbonden het zien als één van de manieren. De bonden ervaren een zekere druk van NOC*NSF om te clusteren. De grootste bepalende partij zijn de bondsbesturen. Zij beslissen uiteindelijk of een clusterproces wordt gestart, maar kunnen meerdere redenen hebben om dit proces tegen te houden.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent320770 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleClustering: professionalisering voor kleine sportbonden?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsprofessionalisering, clustering, sportbonden, NOC*NSF, Sportagenda
dc.subject.courseuuSportbeleid en sportmanagement


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record