Veredelde bezigheidstherapie?!
Summary
Dit is een kwalitatief interpretatief onderzoek naar innovatief onderwijs. Het onderzoek had als doel om
de wetenschappelijke kennis over innovatief onderzoek uit te breiden. Dit is relevant voor ouders die
een schoolkeuze moeten maken voor hun kind en voor schoolorganisaties die (willen) innoveren. Om
uitgebreid kennis te vergaren over innovatief onderwijs, is aan de ene kant onderzoek gedaan naar het
discours in de nieuwsmedia. Dit is een breed toegankelijke kennisbron en bepaalt grotendeels hoe de
maatschappij tegen innovatief onderwijs aankijkt. Aan de andere kant is inzicht verkregen door te leren
van ideeën van onderwijskenners, die vanuit hun professionele achtergrond ervaringen hebben opgedaan
met betrekking tot innovatief onderwijs. Vervolgens werd bestudeerd in hoeverre de kennis van
onderwijskenners terugkomt in het nieuwsmediadiscours. Het onderzoek geeft daarom antwoord op de
vraag: Hoe zijn de ideeën van onderwijskenners over innovatief onderwijs terug te zien in de discoursen
in de Nederlandse nieuwsmedia? Om antwoord te vinden op de onderzoeksvraag werd een
discoursanalyse gedaan en zijn interviews afgenomen met onderwijskenners.
De nieuwsartikelen over innovatief onderwijs in de vier grootste Nederlandse kranten werden
geanalyseerd, om vervolgens de bestaande discoursen vast te stellen. Er zijn drie discoursen gevonden,
namelijk het vooruitstrevende, cynische en constructieve discours. De eerste twee discoursen geven de
perspectieven weer van respectievelijk de voor- en tegenstanders van innovatief onderwijs. Het
constructieve discours is meer genuanceerd en actoren binnen dit discours zijn niet uitgesproken voor
of tegen innovatief onderwijs, maar pleiten voor een constructief gesprek.
De ongestructureerde interviews met onderwijskenners waren erop gericht om inzicht te
verkrijgen in hun definitie van innovatief onderwijs. Hun antwoorden bevatten ideeën over de
aanleiding, definitie en gevolgen van innovatief onderwijs. De onderwijskenners hebben diverse
achtergronden in het onderwijs en dit betekent dat ze ook verschillende perspectieven hebben op
onderwijsinnovatie. Tegelijkertijd tonen bijna alle onderwijskenners begrip voor alternatieve
perspectieven en onderbouwen ze hun eigen ideeën vanuit hun specifieke achtergrond.
In de nieuwsmedia en interviews met onderwijskenners komen veel onderwerpen (zoals
kansengelijkheid en onderwijskwaliteit) voorbij, die gerelateerd kunnen worden aan innovatief
onderwijs. De wijze waarop deze onderwerpen in de nieuwsmedia en door onderwijskenners gerelateerd
worden aan innovatief onderwijs, kan echter verschillen. Dit onderzoek laat zien dat de ideeën van
onderwijskenners meer diepgang en nuance hebben dan het discours in de nieuwsmedia. Daarmee zijn
de ideeën van onderwijskenners voornamelijk terug te zien in het constructieve discours over innovatief
onderwijs in de Nederlandse nieuwsmedia.
Dit onderzoek kent een aantal beperkingen en beschrijft mogelijkheden voor vervolgonderzoek.
Zo maakte de complexiteit van innovatief onderwijs het moeilijk om diepgang te krijgen.
Vervolgonderzoek zou daarom kunnen gaan over specifieke innovaties en contexten. Dit onderzoek
vormt daarbij een goede basis, omdat het inzicht geeft in de verschillende invalshoeken op innovatief
onderwijs en de gerelateerde onderwerpen. Ook kan diepgang bereikt worden door de selectiecriteria
van onderwijskenners verder aan te scherpen. Daarnaast vertoont dit onderzoek ook tekortkomingen
omdat het onduidelijk is wat precies de betekenis is van de gevonden discoursen voor de maatschappij.
Vervolgonderzoek zou de effecten voor een specifiek discours kunnen onderzoeken. Ten slotte heeft de
coronacrisis voor beperkingen gezorgd tijdens het onderzoeksproces. Het zou daarom interessant zijn
om dit onderzoek of een vorm van dit onderzoek te herhalen zonder beperkingen als gevolg van de coronacrisis.