Op zoek naar een natuurlijk evenwicht
Summary
Natuurbeschermingsorganisaties zetten zich wereldwijd in om het verlies aan biodiversiteit tegen te gaan. Natuurbeschermingsorganisaties hebben bij uitstek te maken met een complexe realiteit met verschillende doelen en stakeholders. Naast natuurdoelstellingen is er ook een sociale en een economische dimensie waartoe zij hun natuurdoelstellingen moeten verhouden, ook wel de triple bottom line genoemd. Groene NGOs hebben te maken met interne spanningen tussen de natuurdoelen enerzijds en de sociale en economische dimensie anderzijds. Binnen de context van toenemende spanningen tussen natuurdoelen en de sociale en economische dimensies wordt het voor NGOs steeds belangrijker hier goed mee om te gaan. Traditioneel gezien worden deze spanningen vaak ontkend door vast te houden aan win-win kansen of door het denken in dilemma’s bij de omgang met spanningen. De paradox theorie biedt een alternatief perspectief op de omgang met spanningen binnen de organisatie. De paradox theorie stelt dat langdurig succes in een organisatie enkel bereikt kan worden door een continue inspanning om gelijktijdig tegemoet te komen aan meerdere divergente vereisten. Binnen dit onderzoek is onderzocht hoe medewerkers van natuurbeschermingsorganisaties in het licht van de paradox theorie omgaan met interne spanningen tussen natuurdoelen én de sociale en economische dimensie. Ter ondersteuning hiervan is in relatie tot de paradox theorie onderzocht wat de belangrijkste (achterliggende) factoren zijn die invloed hebben op interne spanningen binnen groene NGOs en op de manier waarop medewerkers daarmee omgaan. Deze vragen werden in dit onderzoek beantwoord door middel van een interpretatieve benadering en kwalitatief onderzoek. De data werden verzameld middels dertien individuele semigestructureerde interviews met medewerkers van verschillende natuurbeschermingsorganisaties. Ten aanzien van de contextuele factoren bleken de meeste natuurbeschermingsorganisaties in een context te verkeren waarin verborgen tegenstellingen zichtbaar worden onder invloed van schaarste, verscheidenheid en verandering. Relevante factoren bij de omgang met interne spanning bleken de achtergrond van de medewerkers en groene NGOs, de relatie tussen interne en externe spanning, de kwetsbare positie van groene NGOs, ideologische verschillen en de behoefte aan duidelijkheid. Daarnaast bleek dat op het niveau van de medewerker een relevant onderscheid is te maken tussen meer principiële donkergroene medewerkers en meer pragmatische lichtgroene medewerkers. Met betrekking tot de omgang met spanningen concludeer ik dat elementen uit de paradox aanpak terugkomen in de manier waarop medewerkers van natuurbeschermingsorganisaties omgaan met interne spanningen tussen natuurdoelen én de sociale en economische dimensie. Zo leken de medewerkers de interne spanning serieus te nemen. Verder is gevonden dat veel respondenten beide zijden binnen het spanningsveld integreren en er een constructieve houding op nahouden in de beschrijving van hun aanpak. Daarnaast is gebleken dat de medewerkers in staat zijn om onderliggende spanningen te herkennen en te beschrijven. Tot slot worden in de conclusie nog enkele voorwaarden gesteld. De paradox theorie kan van toegevoegde waarde zijn voor de verdere omgang met spanningen binnen natuurbeschermingsorganisaties indien aan deze voorwaarden kan worden voldaan.