Behoud of vernietiging? Omgang met het industrieel erfgoed in Utrecht.
Summary
‘Opdat ook wanneer niet meer ’s avonds de geur van brood over de Vecht zweeft, de geschiedenis van deze nijverheid in gestolde vorm in gebouwen of apparaten bewaard blijft’. (H. Buiter)
Dat Utrecht bekend stond als een 'industriestad van betekenis' is maar bij weinig mensen bekend. Veel van het industrieel erfgoed is verdwenen en nog maar enkele fabrieken illustreren de Utrechtse industrialisatie. Van Werkspoor en Demka, fabrieken met een enorme betekenis voor Utrecht, zijn nog maar weinig sporen te vinden. Er is echter in de afgelopen veertig jaar een enorme omslag in het denken geweest over industrieel erfgoed, het behoud van het Cereol-complex in de wijk Oog in Al is daar een voorbeeld van. Waar komt deze kentering vandaan? Hoe is de omgang met het industrieel erfgoed veranderd en hoe heeft het beleid zich ontwikkeld? Om een vertaalslag te maken van theorie naar praktijk richt ik me op de Utrechtse omgang met het industrieel erfgoed. Wat waren motieven voor behoud danwel vernietiging en hoe heeft zich dit in de loop der tijd ontwikkeld?