Beter een goede buur dan een verre vriend? - Op zoek naar de oorzaken van buurtverval en de betekenis van sociale cohesie in de gemeente Utrecht
Summary
Elke stad in de wereld kan worden opgedeeld in relatief goede en relatief slechte buurten. In veel buurten is er sprake van meerdere problemen op het gebied van leefbaarheid, overlast, de fysieke staat van de buurt, spanningen tussen bevolkingsgroepen en een lage sociale cohesie die met elkaar verweven zijn. In Nederlandse steden is er al een lange geschiedenis van beleid gericht op het aanpakken van deze complexe en aanhoudende problemen in de buurt. Recent komt in veel beleid ook de veronderstelling naar voren dat bewoners de negatieve ontwikkelingen in de buurt kunnen tegen gaan door zich gezamenlijk in te zetten voor de leefbaarheid in de buurt. In deze context is er steeds meer aandacht voor de rol van sociale cohesie. De huidige wetenschappelijke kennis is echter nog niet voldoende om te kunnen bepalen wat de precieze oorzaken zijn van buurtverval en in hoeverre sociale cohesie van belang is voor de leefbaarheid in de buurt.
In dit onderzoek is op basis van empirische data onderzocht welke individuele- en buurtkenmerken ten grondslag liggen aan buurtverval in de gemeente Utrecht. Hierbij is er door middel van multilevelmodellen onderscheid gemaakt tussen samenstellingseffecten en buurteffecten. Er is ook gekeken naar in hoeverre er sprake is van ‘tipping points’ in de mate van ‘kansarmoede’ waarna problemen exponentieel toenemen. Hiernaast wordt er specifiek aandacht besteed aan het belang van sociale cohesie voor het verval van de buurt. De oorzaken van buurtverval en de betekenis van sociale cohesie worden verder ingekleurd door middel van een case study van twee buurten in de Utrechtse wijk Transwijk. Er kan worden geconcludeerd dat zowel individuele kenmerken van de bewoners als buurtkenmerken een belangrijke rol spelen bij het verval van de buurt. Er blijkt geen sprake van te zijn van duidelijke ‘tipping points’ in de sociaaleconomische samenstelling en het aandeel allochtonen waarna problemen exponentieel toenemen. Hiernaast is aangetoond dat sociale cohesie, en dan vooral de verbondenheid met de buurt, een belangrijke intermediaire variabele vormt tussen de structurele buurtkenmerken en het verval van de buurt.