View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        De KNLTB en haar legitimiteit in transitie?

        Thumbnail
        View/Open
        Scriptie eindversie - 4 januari 2022.docx (368.5Kb)
        Publication date
        2022
        Author
        Veldhuis, Hans
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        De KNLTB heeft de afgelopen decennia te maken gehad met een forse ledendaling (KNLTB, 2020). Deze ledenafname heeft ervoor gezorgd dat het financieringsmodel van de tennissportorganisaties onder druk is komen te staan. Om het structureel dalende ledenaantal een halt toe te roepen, heeft de KNLTB een taakverbredende transitie ondergaan. De tennisbond, die voornamelijk bezig was met het ondersteunen van verenigingen, is omgeturnd tot een tennis – en padelbond die naast de verenigingen ook de ongebonden sporters en commerciële centra (beter) wil faciliteren en ondersteunen. De taakverbreding kan gevolgen hebben voor de institutionele legitimiteitspositie van de KNLTB. Om dit in kaart te brengen is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Welke betekenissen geven de bestuurders van de tennisverenigingen en bondsfunctionarissen aan de verbrede taakopvatting van de tennisbond en wat leert ons dat over verandering van institutionele legitimiteit?’ Om een beter begrip te krijgen van de institutionele omgeving binnen de Nederlandse tenniswereld neemt de institutionele theorie van Furusten (2013) een prominente plaats in. Om als organisatie het bestaansrecht te waarborgen binnen het institutionele veld, gaan organisaties op zoek naar legitimiteit. De institutionele theorie wordt daarom aangevuld met bestaande theorie rondom de legitimiteit van organisaties, waarbij een prominente rol is weggelegd voor de theorie van Deephouse et al. (2017) omtrent het toekennen en het veranderen van legitimiteit over een bepaalde tijd. Om de hoofdvraag te beantwoorden is er gebruik gemaakt van een literatuurstudie, documentanalyse en semi-gestructureerde interviews met tien verenigingsbestuurders en vier bondsfunctionarissen. Zowel de KNLTB als de verenigingen worden institutioneel onder druk gezet door haar institutionele omgeving. Hierbij komt de grootste institutionele druk vanuit ‘societal trends’ als individualisering, consumentisme en flexibilisering en de ‘institutional actors’. Zowel de KNLTB als de sportverenigingen hebben ervoor gekozen om, ingegeven door bovenstaande institutionele druk, op te schuiven van de verenigingslogica naar een (gedeeltelijke) consumentenlogica. De KNLTB probeert middels de verenigingslogica nog altijd de verenigingen te ondersteunen, maar stuurt wel aan op een meer consumentgerichte aanpak binnen de verenigingen, die de KNLTB zelf faciliteert middels de tennis – en padelboeker. De verenigingslogica binnen de vereniging komt nog altijd terug in de organisatie van de vereniging, maar verenigingen zijn steeds vaker bezig met het commercialiseren en het professionaliseren van de vereniging. Met het ondersteunen van commerciële centra en het faciliteren van tennis en padel voor ongebonden sporters is de legitimiteitspositie van de KNLTB verstevigd. De belangrijkste institutionele actor van de KNLTB, de tennisverenigingen, profiteert echter maar deels van de taakverbreding. Aan de ene kant zijn de verenigingen blij met nieuwe producten als de tennis – en padelboeker, waarmee ze ongebonden tennissers kunnen bereiken. Aan de andere kant leidt de taakverbreding tot onbegrip bij verenigingsbestuurders, die stellen dat ongebonden tennissers en commerciële centra een voorkeursbehandeling krijgen van de KNLTB. De taakverbreding van een organisatie wordt als succesvol bestempeld als ook de bestaande, dominante institutionele actoren hier voordeel van hebben. Als de dominante institutionele actor het gevoel heeft ondermijnd te worden door de taakverbreding leidt dat tot een gevaar voor de legitimiteitspositie. Het verruimen van de taakopvatting is daarmee een kwestie van het zoeken naar een balans tussen vernieuwing en voldoen aan de behoeftes van de belangrijkste institutionele actor.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/531
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo