Hoe communiceren Nederlandse Verpleegkundigen met patienten die slecht Nederlands spreken?
Summary
Doel: Goede communicatie in de verpleegkunde is essentieel voor de
patiënttevredenheid en voor goede zorgresultaten. Deze staan onder druk bij
allochtone patiënten die slecht Nederlands spreken.
De vraag is welke communicatieve interventies Nederlandse verpleegkundigen
gebruiken bij deze groep en wat de motieven voor die interventies zijn.
Methode: Het kwalitatief etnografisch onderzoek met participerende observaties en
groepsinterviews vond plaats op een afdeling in een algemeen ziekenhuis.
Resultaten: De communicatieproblemen worden door de verpleegkundigen als zwaar
ervaren. De interventies bestaan vooral uit het inschakelen van de familie; tolken
worden niet gebruikt.
De motieven voor deze interventies zijn gebaseerd op stereotypische verklaringen
voor het gedrag van deze patiënten. Er is weinig reflectie op de eigen motieven.
Men legt zich neer bij de problemen.
Discussie: Het inschakelen van familie en het ondergebruik van tolken zijn
internationaal veelvuldig beschreven. Door stereotypische verklaringen wordt afbreuk
gedaan aan een patiëntgerichte benadering. Mogelijk is het contact minder zwaar bij
meer interculturele communicatieve vaardigheden.
Conclusie: In de communicatie met slecht Nederlands sprekende allochtone
patiënten maken de onderzochte verpleegkundigen vooral gebruik van familie, niet
van tolken. Motieven worden vooral ingegeven door stereotypische verklaringen van
patiëntengedrag. Er is nauwelijks reflectie op het eigen handelen.