Het lachgedrag van kinderen van 2 en 3 jaar. Een observatieonderzoek naar waarom, met wie, en wanneer 2- en 3-jarige kinderen op Nederlandse kinderdagverblijven lachen
Summary
In deze thesis wordt verslag gedaan van de studie naar het lachgedrag van 2- en 3-jarige kinderen. Ik deed onderzoek naar de motivaties voor hun lachgedrag en naar de condities waaronder zij lachen. Dat wil zeggen, ik onderzocht waarom 2- en 3-jarige kinderen lachen, of zij vaker met leeftijdsgenoten of alleen lachen, of zij vaker met gelijken of met niet-gelijken in leeftijd en geslacht lachen (als zij met leeftijdsgenoten lachen) en tijdens welke spelactiviteiten zij het meest lachen. Het onderzoek werd uigevoerd op 23 Nederlandse kinderdagverblijven, waar 64 doelkinderen werden geobserveerd gedurende periodes van vrij spel. Uit de resultaten blijkt dat de doelkinderen vaker uit plezier lachten dan om humor en dat zij vaker met leeftijdsgenoten lachten dan alleen. Wanneer de doelkinderen met leeftijdsgenoten lachten, dan deden zij dat vooral met anderen die aan hen gelijk waren in leeftijd. Zij lieten echter geen voorkeur zien voor het lachen met gelijken in geslacht. De doelkinderen lachten het meest tijdens symbolisch en functioneel spel.