Stem Gemist Zorg Gemist: Een verkennend onderzoek naar epistemisch onrecht en de ervaringen van Somalische vrouwen met zorgverlening rondom meisjesbesnijdenis binnen de Nederlandse geboortezorg, huisartsenzorg en jeugdgezondheidszorg.
Summary
Doel: Dit onderzoek verkent hoe epistemisch onrecht, oftewel onrecht dat iemand treft in zijn rol als bron van kennis, zich manifesteert in zorginteracties met Somalische vrouwen rondom meisjesbesnijdenis binnen de Nederlandse geboortezorg, huisartsenzorg en jeugdgezondheidszorg. Voor zover bekend is dit de eerste Nederlandse studie die dit onderwerp vanuit deze invalshoek onderzoekt. Het onderzoek beoogt bij te dragen aan het overbruggen van een kennislacune en aan de ontwikkeling van toegankelijke, rechtvaardige en duurzame zorgpraktijken. 
Methode: In mei en juni 2025 vonden drie focusgroepdiscussies plaats met in totaal twaalf Somalische vrouwen. De groepen werden bewust klein gehouden om een veilige setting te creëren voor zowel gezamenlijke perspectieven als persoonlijke ervaringen. De transcripten zijn thematisch geanalyseerd met behulp van ATLAS.ti, waarna de bevindingen zijn geanalyseerd en geïnterpreteerd binnen het theoretisch kader van epistemisch onrecht volgens Fricker.
Resultaten: Uit de analyse kwamen twee hoofdthema’s naar voren: (1) onvoldoende betrokkenheid in zorgproces en (2) hiaat in gedeeld begrip. Onvoldoende betrokkenheid uitte zich in beperkte bespreking van gezondheid en klachten rondom meisjesbesnijdenis, beperkte gezamenlijke besluitvorming en weinig ruimte voor ervaringskennis en zorgvragen. Hiaat in gedeeld begrip bestond onder meer uit taalproblemen, terughoudendheid om VGV te bespreken en het ontbreken van gedeelde interpretatiekaders. Door de beperkte en vaak eenzijdige bespreking van meisjesbesnijdenis bleven ervaringen en kennis van vrouwen veelal bij voorbaat buiten beeld. Dit wijst op getuigenisonrecht, in het bijzonder pre-emptive testimonial injustice, en op hermeneutisch onrecht door het ontbreken van ruimte en passende kaders om ervaringen te delen en gezamenlijke besluitvorming vorm te geven. Een gebrek aan gedeelde taal en wederzijds begrip in zorginteracties leidde tot situaties waarin vrouwen onvoldoende hun zorgbehoeften konden overbrengen. Samen met verschillen in interpretatiekaders werd hierdoor gezamenlijke betekenisgeving belemmerd, wat eveneens duidt op hermeneutisch onrecht.
Conclusie: Dit verkennende onderzoek toont aan dat een gebrek aan betrokkenheid, erkenning en gedeeld begrip in het zorgproces bijdraagt aan structurele vormen van epistemisch onrecht binnen met name de geboortezorg en huisartsenzorg. Dit gaat verder dan enkel miscommunicatie of taalbarrières en weerspiegelt een dieperliggende structurele ongelijkheid in toegang tot kennis, zeggenschap en betekenisgeving in de zorg. Dit beperkt de stem van Somalische vrouwen en ondermijnt hun toegang tot passende en veilige zorg. Vervolgonderzoek is nodig om de opgedane inzichten verder te exploreren. Voor de toekomst is meer aandacht voor het concept epistemisch onrecht bij onderzoekers, zorgverleners en beleidsmakers noodzakelijk om ervaringskennis een volwaardige plaats te geven in de zorg. Dit kan bijdragen aan de ontwikkeling van toegankelijke, duurzame en rechtvaardige zorgpraktijken.
