Een heus Haags huis; De ontwikkeling van het hedendaags traditionalisme binnen de architectuur in gemeente Den Haag.
Summary
Een traditionele architectuur lijkt steeds vaker de keus te zijn bij het ontwerpen van
nieuwbouwwijken. In 2004 schrijft Hans Ibelings de eerste publicatie over de
architectuurbeweging van het hedendaags traditionalisme. In de jaren erop volgen nog twee
andere publicaties over dit onderwerp. Gezien in 2014 uit onderzoek blijkt dat 20% van de
nieuwbouw te classificeren valt als traditionele architectuur, is het opvallend dat na 2012
geen publicaties meer zijn verschenen over het hedendaags traditionalisme. Het laatste
onderzoek naar het percentage van het aantal woningen wat als ‘niet-modern’ te omschrijven
valt stamt uit 2014, inmiddels meer dan tien jaar geleden. De vraag waar dit onderzoek
antwoord op probeert te geven is of er sindsdien een ontwikkeling is geweest binnen de
architectuurbeweging het hedendaags traditionalisme. Om het onderzoeksveld te kaderen is
gemeente Den Haag tussen 2014 en 2024 het onderzoeksgebied.
De gemeente is een interessante casus vanwege de geschiedenis met zowel
traditionalisme als de hedendaagse variant. Bij de grootschalige uitbreidingen van de stad in
het begin van de twintigste eeuw was traditionalistische architectuur vaak de stijl die werd
aangehouden. In 1990 zet Rob Krier het hedendaags traditionalisme weer echt op de kaart.
onderandere met een inbreiding in het centrum, De Resident.
Sinds 2014 is Den Haag gegroeid met 57000 inwoners en is het aantal woningen
gestegen met circa 23000. Deze behoorlijke bouwopgave zit grotendeels in hoogbouw
gezien de beperkte oppervlakte die er nog is binnen de grenzen van de gemeente. Den
Haag is nog vooral bezig met inbreiden en probeert hierbij de balans te zoeken tussen
bouwen en de levenskwaliteit behouden. In meerdere wijken waar veel woningen bij zijn
gekomen is dit middels hoogbouw. Toch aan de rand van de gemeente is ook een uitbreiding
van de stad geweest, Park Vroondaal. Dit zijn meer dan duizend grondgebonden woningen
en daarmee een van de sterkst gegroeide wijken van de stad.
De casus Vroondaal laat een sterke connectie met de Haagse traditie van
architectuur zien. De architect Walter Zeinstra had zich bij het ontwerpen laten inspireren
door de traditionalistische wijken van de stadsuitbreidingen begin 1900. Met die architectuur
in het achterhoofd wilde hij een net zo aantrekkelijke wijk ontwerpen. Een andere casus,
ditmaal een inbreiding, is van een kleiner formaat. Het ontwerp van Richard van Tiggele was
sterk geijkt op de architectuur van Jan Wils, een van de gezichten van de Nieuwe Haagse
School. Ook hier paste het terugkijken naar de Haagse architectuurprincipes voor het
ontwerpen van grondgebonden woningen weer goed. Den Haag heeft meerdere uitdagingen
qua nieuwbouw; een van ontwerpoplossingen is het hedendaags traditionalisme bij
grondgebonden woningen.