Opvattingen van verpleegkundigen over de preventie, diagnose en behandeling van delier.
Summary
Doel: zicht krijgen op de huidige opvattingen van verpleegkundigen over de preventie, diagnose en behandeling van delier.
Design: cross-sectioneel, beschrijvend kwantitatief, survey onderzoek.
Setting: algemeen ziekenhuis in Nederland.
Deelnemers: verpleegkundigen van klinische afdelingen.
Meting: vragenlijst via de post met de thema’s: prevalentie, ernst, preventie, detectie en interventiebeleid van delier. De vragenlijst is gebaseerd op vragenlijsten gebruikt in eerdere onderzoeken en bevatte vragen met open, dichotome en op Likert schaal antwoorden. Er werden twee reminders verstuurd.
Resultaat: De respons bedraagt 61%. De prevalentie van delier wordt door 45% van de verpleegkundigen minder dan 10% geschat en door 41% van de verpleegkundigen 10-25%. Van alle verpleegkundigen vindt 38% dat delier een probleem is op de afdeling, 35% geeft aan dat delier een serieus probleem is. Van de verpleegkundigen acht 66% het mogelijk dat een delier te voorkomen is. Vrijwel alle verpleegkundigen zijn van mening dat er direct actie ondernomen dient te worden bij een delier. Delier wordt onder gediagnosticeerd volgens 77% van de verpleegkundigen. Verpleegkundigen geven aan niet routinematig op delier te screenen (98%). De Delirium Observatieschaal wordt het vaakst gebruikt om te screenen.
Conclusie: Verpleegkundigen beschouwen delier als een onder gediagnosticeerd te voorkomen probleem welke een snelle interventie vereist. De uitvoering van zorg is nog niet passend bij deze opvatting, want risicopatiënten worden niet gescreend op delier. Een groot aantal verpleegkundigen kennen de richtlijn niet, of lezen de richtlijn niet. Er zullen acties ondernomen moeten worden om hierin verandering te brengen, zodat de patiënt met risico op delier optimale zorg krijgt.