Het culturele zelfbewustzijn van het Surinaamse toneelgenootschap Thalia. De representatie van een 'West-Indische leefwereld' in Thaliaproducties en de relatie tussen Thalia en het Surinaamse nationalisme in 1952-1989
Summary
Dit onderzoek vertrekt vanuit het vermoeden dat Thalia’s zoektocht naar een Surinaamse en Caraïbische identiteit en het vertegenwoordigen van een ‘West-Indische leefwereld’ op het Thaliapodium mogelijk verband hield met een ontkiemend cultureel zelfbewustzijn, dat een reactie vormde op de politieke en culturele veranderingen in Suriname, en met het opkomende nationalisme vanaf 1950. Toneelgenootschap Thalia werd in 1837 opgericht in Paramaribo en vestigde zich in 1840 in wat de eerste permanente schouwburg van Suriname zou worden. Thalia is daarmee een van de oudste literaire instellingen van het land. In onderzoeken naar het fenomeen “nationalisme” is het moeilijk gebleken om een waterdichte definitie te geven die alle nationalistische ontwikkelingen en verschijningen omvat: het verschijnsel is ambivalent en maakt een regio-specifieke ontwikkeling door. Elementair voor antikoloniaal nationalisme was het ontstaan van een zelfbewustzijn van het (culturele) eigene als reactie op het koloniale systeem. Aan de hand van de concepten “antikoloniaal nationalisme” en “hybriditeit” uit nationalisme- en postkoloniale studies wordt de relatie tussen Toneelgenootschap Thalia en het Surinaamse nationalisme onderzocht, waarbij de volgende tweeledige onderzoeksvraag wordt gesteld: Op welke manier kreeg die ‘West-Indische leefwereld’ vorm in het toneel van Thalia, en (hoe) speelde Thalia als mogelijk actor in op het opkomende Surinaamse nationalisme? Dit onderzoek richt zich op de periode 1952-1989, waarbij de tweeledige onderzoeksvraag zowel op institutioneel als creatief niveau wordt aangeraakt. Voor de analyse wordt de methode “reading along the archival grain” toegepast. Het ontkiemende culturele zelfbewustzijn binnen Thalia kan in verband worden gebracht met antikoloniaal verzet. Dit verzet kende een gefaseerd verloop: 1952-1970, 1970-1982 en 1982-1989. In de eerste fase wordt zichtbaar dat de cultuurideologische opvatting van Thalia verschoof van gericht zijn op de Nederlandse cultuur, naar een hybride cultuuropvatting waarin Surinaamse, Nederlandse en andere westerse cultuurelementen met elkaar werden vervlochten. Van 1970 tot 1982 werd de focus verlegd naar een nationale ideologie, gericht op het produceren van Surinaams toneel en het stimuleren van een Surinaams cultureel zelfbewustzijn. In de laatste fase, 1982-1989, groeide binnen Thalia de aandacht voor een Surinaamse hybride cultuur en nationale eenheid. Uit dit onderzoek zal blijken dat Thalia in de periode 1952 tot 1989 een cultureel zelfbewustwordingsproces doormaakte. Het accent verschoof van een lokaal toneelgenootschap, dat vooral gericht was op de midden- en hogere klassen in Suriname, naar een nationaal instituut dat zich presenteerde als vertegenwoordiger van de culturele rijkdom van Suriname en van nationale eenheid.
Collections
Related items
Showing items related by title, author, creator and subject.
-
Surinaamse hindoes in de Nederlandse samenleving
Staa, A. van (2011)Uit dit onderzoek blijkt dat er een verschuiving gaande is van een koppeltekenidentiteit naar een intentionele hybride identiteit bij de verschillende generaties Surinaamse hindoes in de tempel van mijn onderzoek. Het ... -
De wrede Surinaamse planter in de achttiende eeuw. Feit of fictie?
Beer, M.A. de (2010)