Kenmerken en motieven van het PVV ‘electoraat’; in 2007, 2009 en 2010
Summary
De Partij voor de Vrijheid is te classificeren als een ‘nieuwe’ radicaal rechtse partij die wordt gekenmerkt door anti-establishment populisme (tegen de gevestigde orde en naar eigen zeggen ‘voor het volk’) en ethno-pluralistische xenofobie (angst voor etnisch anderen). De aanhang van deze partij is groeiende en daarom is het maatschappelijk interessant om meer te weten over deze stemmers. Dit is een onderzoek naar welke sociale categorieën in het PVV ‘electoraat’ oververtegenwoordigd zijn in 2007, 2009 en 2010 en in welke mate culturele dreiging, sympathie voor Geert Wilders en politieke ontevredenheid, motieven zijn om op deze partij te stemmen.
Er wordt een bijdrage geleverd aan de bestaande wetenschappelijke kennis over ‘nieuw’ radicaal rechts omdat dit het eerste longitudinale onderzoek is naar dit onderwerp. Hierdoor kunnen veranderingen in het electoraat en hun motieven worden geanalyseerd. Er zijn een bivariate analyse, een anova toets en multivariate logistische regressieanalyses uitgevoerd om de veronderstellingen te toetsen.
Er is gebruik gemaakt van bestaande data die is verzameld door het onderzoeksinstituut CentERdata. De vragenlijsten zijn afgenomen onder een LISS panel (5000 huishoudens), dat is samengesteld door middel van een aselecte trekking uit het Nederlandse populatie register.
In overeenstemming met de verwachting is de groei van de mensen met de intentie om op de PVV te stemmen significant. De mensen die zijn oververtegenwoordigd in het PVV ‘electoraat’ zijn mannen, autochtonen, laagopgeleiden, onkerkelijken en Rooms-katholieken en werklozen. Vanaf 2007 tot 2010 is er sprake van een verbreding van het PVV ‘electoraat’, waarbij de PVV stemmers trekt uit verschillende sociale categorieën. Omdat er in 2009 en 2010 nog steeds sociale categorieen nog altijd in verschillende mate de intentie hebben voor de PVV te stemmen, kan worden geconcludeerd dat er geen normalisering van het electoraat plaatsvind. De drie motieven waarop in dit onderzoek de focus ligt, hangen significant positief samen met de stemintentie op de PVV. Sympathie voor Wilders blijkt het belangrijkste motief voor PVV stemmers, daarna De Partij voor de Vrijheid is te classificeren als een ‘nieuwe’ radicaal rechtse partij die wordt gekenmerkt door anti-establishment populisme (tegen de gevestigde orde en naar eigen zeggen ‘voor het volk’) en ethno-pluralistische xenofobie (angst voor etnisch anderen). De aanhang van deze partij is groeiende en daarom is het maatschappelijk interessant om meer te weten over deze stemmers. Dit is een onderzoek naar welke sociale categorieën in het PVV ‘electoraat’ oververtegenwoordigd zijn in 2007, 2009 en 2010 en in welke mate culturele dreiging, sympathie voor Geert Wilders en politieke ontevredenheid, motieven zijn om op deze partij te stemmen.
Er wordt een bijdrage geleverd aan de bestaande wetenschappelijke kennis over ‘nieuw’ radicaal rechts omdat dit het eerste longitudinale onderzoek is naar dit onderwerp. Hierdoor kunnen veranderingen in het electoraat en hun motieven worden geanalyseerd. Er zijn een bivariate analyse, een anova toets en multivariate logistische regressieanalyses uitgevoerd om de veronderstellingen te toetsen.
Er is gebruik gemaakt van bestaande data die is verzameld door het onderzoeksinstituut CentERdata. De vragenlijsten zijn afgenomen onder een LISS panel (5000 huishoudens), dat is samengesteld door middel van een aselecte trekking uit het Nederlandse populatie register.
In overeenstemming met de verwachting is de groei van de mensen met de intentie om op de PVV te stemmen significant. De mensen die zijn oververtegenwoordigd in het PVV ‘electoraat’ zijn mannen, autochtonen, laagopgeleiden, onkerkelijken en Rooms-katholieken en werklozen. Vanaf 2007 tot 2010 is er sprake van een verbreding van het PVV ‘electoraat’, waarbij de PVV stemmers trekt uit verschillende sociale categorieën. Omdat er in 2009 en 2010 nog steeds sociale categorieen nog altijd in verschillende mate de intentie hebben voor de PVV te stemmen, kan worden geconcludeerd dat er geen normalisering van het electoraat plaatsvind. De drie motieven waarop in dit onderzoek de focus ligt, hangen significant positief samen met de stemintentie op de PVV. Sympathie voor Wilders blijkt het belangrijkste motief voor PVV stemmers, daarna culturele dreiging en als laatste politieke ontevredenheid. In 2009 was de sympathie voor Wilders een significant minder belangrijk motief om op de PVV te stemmen dan in 2007. In 2010 is politieke ontevredenheid een significant belangrijker motief om op de PVV te stemmen dan dit in 2007 was. Vervolgonderzoek kan zich richten op de vraag waarom Rooms-katholieken zich aangetrokken voelen tot de PVV en met welke andere partijen PVV stemmers verbondenheid voelen.