Van doorgeefluik naar digitaal dirigent: een onderzoek naar het aannemen van een bijzondere zorgplicht van online platforms voor gedragingen van derde-aanbieders
Summary
In deze masterscriptie ga ik in op de vraag of online platforms een bijzondere zorgplicht zouden moeten dragen ten aanzien van onrechtmatige gedragingen van derde-aanbieders binnen de contractuele relaties die via hun platform tot stand komen. Uitgangspunt hierbij is de analogie met de bancaire zorgplicht, waarbij financiële dienstverleners op grond van hun deskundigheid, informatievoorsprong en maatschappelijke functie extra verantwoordelijkheid dragen voor de bescherming van (derden)belangen.
In dit onderzoek wordt eerst het Nederlandse contracten- en consumentenrecht geanalyseerd, met aandacht voor informatieplichten en de algemenevoorwaardenregeling, evenals de beperkingen van bestaande beschermingsmechanismen. Vervolgens wordt de ontwikkeling van de bancaire zorgplicht onderzocht als inspiratiebron voor normatieve uitbreiding naar online platforms. Daarna wordt het Amerikaanse systeem besproken, waarin Section 230 van de Communications Decency Act online platforms vrijwel volledige immuniteit biedt voor third-party content. Deze benadering staat haaks op het Europese zorgplichtdenken. Tot slot wordt in een rechtsvergelijking vastgesteld dat de Europese aanpak, mede door de Digital Services Act (DSA) en de Digital Markets Act (DMA), meer verantwoordelijkheid legt bij online platforms en bredere bescherming biedt aan consumenten dan het Amerikaanse regime.
In de conclusie betoog ik dat het aannemen van een bijzondere zorgplicht voor online platforms wenselijk én juridisch verdedigbaar is. Gepleit wordt voor een norm die losstaat van de juridische kwalificatie van het online platform en in plaats daarvan kijkt naar de feitelijke rol, macht en informatiepositie van het platform ten opzichte van diens gebruikers en consumenten.