Het Leren van Grammatica in Engels als Vreemde Taal met een Taalontwikkelingsstoornis
Summary
In dit onderzoek is gekeken naar het leren en verwerven van grammatica in de schooltaal (Nederlands) en een vreemde taal (Engels) bij kinderen met en zonder taalontwikkelingsstoornis (TOS) en wat de relatie is met de executieve functies en transfer. Om dit te doen is gebruik gemaakt van 3 verschillende onderzoeksvragen. 1) Maken kinderen met TOS in de schooltaal (Nederlands) en in de vreemde taal (Engels) meer grammaticale fouten dan typisch ontwikkelende kinderen? 2) (Hoe) verschillen kinderen met TOS van typisch ontwikkelende kinderen bij het inzetten van transfer van de schooltaal naar de vreemde taal op specifieke grammaticale concepten? 3) Is er een relatie tussen het leren van Engels als vreemde taal en de executieve functies bij kinderen met TOS en bij typisch ontwikkelende kinderen? Door middel van een narratieve taak en het meten van executieve functies bij 33 kinderen met TOS en 32 typisch ontwikkelende kinderen zijn deze onderzoeksvragen beantwoord. Voor de onderzoeksvragen zijn afwisselend regressie en correlatieanalyses uitgevoerd. De resultaten lieten zien dat in het Nederlands inderdaad kinderen met TOS meer fouten leken te maken voor kinderen zonder TOS, toch bleek TOS geen voorspeller voor grammaticale fouten in het Engels. Ook leken kinderen zonder TOS geen gebruik te maken van crosstalige transfer, maar leken kinderen met TOS dit wel te doen op het gebied van lidwoorden. Als laatste leek ook de selectieve aandacht een voorspeller te zijn voor de mate van succes van het leren van grammatica in Engels als vreemde taal voor kinderen met TOS. Hoewel er een aantal interessante bevindingen zijn gedaan, waren niet allen modellen even sterk, het advies is om het onderzoek te herhalen om te kijken of dezelfde resultaten terugkomen.