Het telegram. Hoe historisch redeneren en het contextualiseren van het verleden leerlingen stimuleert tot moreel redeneren in het heden.
Summary
In mei 1942 kwamen een aantal kerkelijke leiders bij elkaar om met elkaar te vergaderen over de Duitse deportaties van de Joodse Nederlanders. Gezamenlijk besloten zij een telegram op te stellen, gericht aan rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Hierin protesteerden zij tegen de deportaties en riepen zij op hiermee te stoppen. Het telegram dat de kerkelijke leiders toen schreven, vormt de basis van deze masterscriptie in de vorm van een ontwerponderzoek. In deze masterscriptie staan een aantal doelstellingen centraal. In de eerste plaats betreft dit het oefenen met de historische vaardigheden historisch redeneren, contextualiseren en het begrijpen van standplaatsgebondenheid. De tweede doestelling richt zich op het opdoen van historische kennis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het christendom een belangrijke rol bij het maken van keuzes door de historische personen. Daarom is het belangrijk dat leerlingen hier kennis van opdoen. De derde doelstelling is het moreel redeneren in het heden, aangewakkerd door de opgedane kennis uit het verleden. Hierbij wordt van waardegeladen kritisch denken onder
leerlingen aangemoedigd. De onderzoeksvraag van deze masterscriptie is als volgt geformuleerd:
Op welke manier kan een werkvorm waarbij leerlingen de keuzes van kerkelijke leiders
tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland contextualiseren aanzetten tot historisch
redeneren en moreel redeneren in het heden?
Het onderzoek in het theoretisch kader heeft geresulteerd in een zestal ontwerpcriteria en daaruit voortkomend zes analysecriteria. Aan de hand hiervan is een werkvorm ontworpen waar de drie doelstellingen in terugkomen. Uiteindelijk schrijven de leerlingen een telegram waarin zij de keuze van de kerkelijke leiders om wel of niet te protesteren tegen de deportaties van de Joodse Nederlanders uitleggen aan de hand van historische en morele argumenten. Uit de analyse blijkt dat de leerlingen oefenen met zowel historisch redeneren als contextualiseren. De leerlingen doen genoeg historische kennis op om aan de hand hiervan een telegram op te stellen waaruit een morele overweging blijkt. De werkvorm laat daarmee zien dat het contextualiseren van het verleden het moreel redeneren in het heden bevorderd.