Rubens en de zwarte koning Balthasar: Tussen artistieke fascinatie en de constructie van de Ander.
Summary
In dit onderzoek staat de verbeelding van mensen van kleur in de Aanbidding der Koningenschilderijen van Peter Paul Rubens centraal, waarbij de zwarte koning Balthasar in de hoofdrol staat. Vanwege de artistieke fascinatie die de schilder had voor het afbeelden van mensen van kleur, wordt in de huidige literatuur veelal gesteld dat Rubens Balthasar op een waardige en respectvolle manier afbeeldde: hiermee zou Rubens buiten de raciale ideologieën van zijn tijd hebben gestaan. In dit onderzoek wordt deze notie uitgedaagd door Rubens’ Aanbiddingen te analyseren door de lens van postkoloniale theorieën. De vraag die hierbijcentraal staat, is hoe Rubens’ artistieke ambities zich verhielden tot de raciale Europese beeldvorming over zwarte personen, in een tijd van toenemende koloniale contacten.
In het eerste hoofdstuk wordt de historische en sociale context uiteengezet van
Antwerpen, de stad waar Rubens het grootste deel van zijn leven werkzaam was. Hierbij
wordt ingegaan op hoe deze context verbonden was aan de populariteit van de Aanbidding der Koningen-scène, en hoe de zwarte koning zich binnen de beeldtraditie ontwikkelde. Daarbij staat het ‘ambigue karakter’ van Balthasar centraal: hij is zowel koning, als zwarte man in eenperiode waarin raciale ideologieën zich steeds meer vormden en mensen van kleur als de Ander werden gezien.
Het tweede hoofdstuk richt zich op de analyse van Rubens’ Aanbiddingen zelf. Daarbij
wordt onderzocht hoe Rubens omging met het afbeelden van mensen van kleur, onder andere doordat hij werkte met zwarte modellen. Hierna volgt, vanuit deze achtergrond, een visuele analyse van Rubens’ Aanbidding-schilderijen, met een focus op het Prado-schilderij. Hierbij wordt duidelijk dat zowel de wensen van de opdrachtgever als Rubens’ persoonlijke artistieke programma een rol speelden in de schilderijen. Tegelijkertijd laat deze analyse zien dat Rubens’ representatie van Balthasar en zijn bedienden sterk voortbouwde op bestaande ideologieën rondom zwartheid.
In het laatste hoofdstuk wordt deze analyse vanuit een postkoloniaal perspectief
verdiept. Met behulp van theorieën van Edward Said, Gerard Delanty, George Fredrickson en
Frantz Fanon wordt onderzocht hoe Rubens’ zwarte figuren structureel als buitenstaander
(oftewel als de Ander) worden afgebeeld: zowel visueel als symbolisch. Deze benadering laat zien dat Rubens’ Balthasar niet losstond van de raciale ideologieën van zijn tijd: ook Rubens was hier juist nauw mee verweven. Hoewel hij Balthasar afbeeldde als een koninklijk en individueel figuur, bleef hij binnen deze beeldtraditie onvermijdelijk gevangen in zijn rol als de Ander