Intentie tot verandering 'De erfrechtelijke inpassing van juridisch meerouderschap'
Summary
In dit onderzoek is onderzocht in hoeverre juridisch meerouderschap, zoals vormgegeven door de Staatscommissie Herijking Ouderschap, reeds inpasbaar is in een afgebakend deel van het huidige erfrecht. Uit het onderzoek is gebleken dat juridisch meerouderschap goed zijn weg kan vinden in het versterferfrecht en testamentair erfrecht in Boek 4 BW alsmede in de voor het erfrecht van belang zijnde bepalingen buiten Boek 4 BW, in Boek 1 en Boek 7 BW, de Successiewet en de Wet op de lijkbezorging. Om mogelijke knelpunten op te lossen zijn enkele voorstellen gedaan tot wetswijziging. Het eerste voorstel voorziet in een oplossing voor de onduidelijkheid die kan ontstaan bij het definiëren van (half)broers en (half)zussen binnen een meeroudergezin. Het tweede voorstel
betreft het minimale erfdeel van een ouder. Met dit voorstel wordt voorkomen dat door toename van het aantal juridische ouders een te groot verschil in erfrechtelijke behandeling tussen de personen van de tweede parentele ontstaat. Het laatste voorstel betreft de uitleg van testamenten die zijn opgesteld voor het ontstaan van juridisch meerouderschap. Voorgesteld is om in het overgangsrecht een uitlegbepaling op te nemen die voorziet in een uitleg van de bij testament als zodanig aangeduide kinderen. De opvatting
van de Staatscommissie Herijking Ouderschap dat kinderen in een gelijke erfrechtelijke positie dienen te staan ten aanzien van iedere (meer)ouder heeft bij deze voorstellen het uitgangspunt gevormd.