De koepel centraal: de bouwgeschiedenis van de Sint-Aloysiuskerk en de eerste stappen van H.W. Valk als zelfstandig kerkarchitect
Summary
In dit onderzoek wordt de Sint-Aloysiuskerk te Utrecht van architect H.W. Valk onderzocht.
Dit rooms-katholieke kerkgebouw, met centrale plattegrond en rijzige koepel, vertoont
invloeden van historische architectuur en is tegelijkertijd een modern en eigentijds gebouw.
De Aloysiuskerk is nog maar zeer beperkt onderzocht, evenals de architect. In dit onderzoek
wordt getracht de ontstaans-, ontwerp- en bouwgeschiedenis van de Aloysiuskerk te
onderzoeken, welke vervolgens wordt geanalyseerd. De kerk zal worden gepositioneerd
tegenover de religieuze en architecturale tendensen van de vroege jaren twintig, het
gedachtegoed en het werk van Valks leermeesters Jos Cuypers en Jan Stuyt, en Valks eigen
oeuvre. Tot slot zal er een casus betreffende de paraboolvormige scheibogen van de kerk
worden onderzocht, waaruit een bredere duiding kan ontstaan van Valks werkwijze en
motivatie. Op basis van deze resultaten wordt getracht het belang van de Aloysiuskerk voor
het werk van de architect te bepalen. Het eerste deel zal voornamelijk berusten op
archiefmateriaal, terwijl de nadruk bij het tweede deel ligt bij de analyse van relevante
gebouwontwerpen op basis van secundair bronmateriaal.
Uit dit onderzoek zal blijken dat de Aloysiuskerk een interessante
ontwerpgeschiedenis kent, waarbij het ontwerp enkele keren vrij ingrijpend verandert. Het
ontwerp vertoont invloeden vanuit historische architectuur en ontleent elementen aan de
Byzantijnse en romaanse bouwkunst. Daarnaast bevat het ontwerp van de kerk, naast moderne
constructiemethoden, enkele invloeden van eigentijdse architectuurstromingen. Het zal
blijken dat het ontwerp beïnvloed is door Valks leermeesters, hun werk en hun gedachtegoed.
Daarnaast spelen liturgische ontwikkelingen in de rooms-katholieke kerk een belangrijke rol.
Valk zou basisprincipes van het ontwerp van de Aloysiuskerk, zoals een centrale maar
ook axiale aanleg, koepelkerktypologie naar Byzantijns voorbeeld, baksteendecoratie en een
grondplan gebaseerd op simpele geometrische vormen in zijn verdere werk vaker inzetten.
Met name in de Janskerk te Waalwijk zette Valk zijn ontwikkeling als architect voort, maar
week enigszins af van zijn oorspronkelijk visie. Uit de verhouding van de Aloysiuskerk tot de
rest van zijn oeuvre zal blijken dat Valk later afstand deed van enkele basisprincipes van dit
kerkontwerp, maar deze soms nog aangehaald blijkt te hebben.
Uit de paraboolboogcasus zal blijken dat Valk op meerdere wijzen kan zijn beïnvloed
deze boogvorm in zijn ontwerp te incorporeren. Motieven zouden de associaties met oosterse
bouwkunst of juist moderne, emanciperende architectuur, maar ook vanuit constructief en
ruimtelijk oogpunt gemotiveerd kunnen zijn. De paraboolboogcasus belichaamt de veelzijdigen dubbelzinnigheid van Valk als architect.
Uit het voorgaande zal geconcludeerd worden dat de Aloysiuskerk een belangrijke
basis vormde voor de architect H.W. Valk, van waaruit zich zijn visie en ‘stijl’ kon
doorontwikkelen.