Motor functioning (ball skills and balance), athletic self-esteem and intrinsic motivation as predictors of physical activity of 7- to 10-year-old children
Summary
Introductie: Een aanzienlijk deel van de Nederlandse kinderen is onvoldoende lichamelijk actief, terwijl fysieke activiteit positief samenhangt met het lichamelijk en geestelijk welzijn. Het doel van deze studie is om inzicht te krijgen in voorspellers van fysieke activiteit bij kinderen, om fysieke activiteit te bevorderen. Hiertoe is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: wat is de invloed van motorisch functioneren (balvaardigheid en evenwicht), sportief zelfbeeld en intrinsieke motivatie op de fysieke activiteit van kinderen tussen 7 en 10 jaar?
Methoden: Een totaal van 162 kinderen (78 jongens, 84 meisjes; gemiddelde leeftijd = 8.4 jaar), nam deel aan deze studie. Fysieke activiteit is bepaald door een vragenlijst, gebaseerd op de MAQ. Deze vragenlijst gaf inzicht in totale, georganiseerde en ongeorganiseerde fysieke activiteit. Motorisch functioneren is bepaald door ‘balvaardigheid’ en ‘evenwicht’ van de MABC-2. Sportief zelfbeeld is bepaald door ‘sportieve vaardigheden’ van de CBSK. Intrinsieke motivatie werd bepaald door vier items van de SIMS. Na het bepalen van correlaties tussen de studievariabelen werd een multipele regressieanalyse uitgevoerd.
Resultaten: Er werd geen samenhang gevonden tussen totale en ongeorganiseerde fysieke activiteit en de onafhankelijke variabelen. Georganiseerde fysieke activiteit hing samen met motorisch functioneren, balvaardigheid en balans, en intrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie was een voorspeller van georganiseerde fysieke activiteit bij 7- tot 10-jarige kinderen.
Conclusie: Om fysieke activiteit van 7- tot 10-jarige kinderen te bevorderen, moet rekening gehouden worden met intrinsieke motivatie. Vervolgonderzoek kan zich richten op longitudinale associaties tussen intrinsieke motivatie en georganiseerde lichamelijke activiteit, waarbij objectieve meting van de constructen belangrijk is.