Brieven van afscheid en troost. Een analyse van religieuze taal in afscheidsbrieven van Nederlandse verzetsstrijders, 1941-1945
Summary
Deze scriptie onderzoekt religieuze taal in afscheidsbrieven van Nederlandse verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog. Religie is een belangrijke invalshoek voor onderzoek naar (de ervaring van) de Tweede Wereldoorlog, omdat het een essentieel onderdeel van de identiteit was van veel Nederlanders. De collectie Afscheidsbrieven die in deze studie centraal staat, is sterk doordrenkt van religieuze thematiek. Het onderzoek past een combinatie van close reading en computationele methoden toe om de rol van deze religieuze taal in de brieven te onderzoeken.
In bestaande literatuur over afscheidsbrieven (over oorlogssituaties, maar ook over afscheidsbrieven van mensen die zelfmoord hebben gepleegd) wordt troost onderscheiden als één van de belangrijkste functies van een afscheidsbrieven. Dit onderzoek sluit zich daarbij aan. Het toont aan dat religieuze taal in de brieven voornamelijk dient om troost te bieden aan de ontvangers van de brieven. Prominente religieuze thema’s zijn het geloof in het hiernamaals, de aanvaarding van de dood als Gods wil, de zorg van God voor de nabestaanden, vergeving en religie als onderdeel van een patriottisch narratief. De terdoodveroordeelde schrijvers halen deze thema’s aan om hun eigen dood betekenis te geven en om hun geliefden, de ontvangers van de brieven, te troosten. Het onderzoek laat ook zien dat de brieven een sterke intertekstuele verbondenheid tonen met religieuze teksten zoals psalmen en Bijbelverhalen. Deze verwijzingen dienen als emotionele 'gemeenplaatsen', die de culturele en religieuze gemeenschap waar de schrijvers onderdeel van uitmaakten weerspiegelen.
Naast een traditionele analyse van de brieven omvat het onderzoek een verkenning van computationele methoden om religieuze taal te analyseren in gedigitaliseerde historische documenten. Het introduceert verschillende manieren om dit te doen en bespreekt kritisch de voor en nadelen van de methoden. Deze studie biedt daarmee niet alleen inzicht in de religieuze dimensies van afscheidsbrieven uit de Tweede Wereldoorlog, maar ook een methodologisch kader dat relevant is voor toekomstig computationeel onderzoek naar religieuze taal in historische documenten. De bevindingen benadrukken het belang van zowel traditionele als digitale onderzoeksmethoden voor een nauwkeurige interpretatie van historische bronnen.