NATUURLIJKE ROUTE?
Summary
De Europese Unie speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van natuurbeschermingsbeleid,
waarbij ongeveer tachtig procent van deze wetgeving in Brussel wordt bepaald. In Nederland
ligt de verantwoordelijkheid voor de implementatie van dit beleid bij de provincies, zij vertalen
Europese richtlijnen naar lokaal beleid. Hierbij hebben zij ruimte voor eigen invulling,
waardoor er verschillen in implementatie te zien bij natuurbeschermingsbeleid. In dit onderzoek
is er gekeken naar de invloed van factoren op de implementatie van natuurbeschermingsbeleid
in de provincie Drenthe en Utrecht. Hiervoor zijn twintig semigestructureerde interviews
gehouden met beleidsmedewerkers in Drenthe (2) en Utrecht (4), politici in Drenthe (5) en
Utrecht (4) en belangengroepen in Drenthe (2) en Utrecht (3). Daarnaast zijn documentanalyses
(8) uitgevoerd.
Uit dit onderzoek blijkt dat er vier factoren een hoge invloed hebben en twee een gematigde
invloed op de implementatie van natuurbeschermingsbeleid. Allereerst partijpolitieke
prioriteiten, provincies waarin groene partijen een sterke invloed hebben, wordt
natuurbeschermingsbeleid ambitieuzer en vollediger geïmplementeerd. De publieke opinie
heeft een gematigde invloed. Hoewel een negatieve houding tegenover natuurbescherming kan
leiden tot vertragingen van de implementatie, blijft het natuurbeschermingsbeleid toch veelal
buiten het beeld van de publieke opinie. De rol van belangenorganisaties is cruciaal. Hun
invloed hangt af van hun omvang en georganiseerdheid, waarbij goed georganiseerde groepen
de implementatie positief en negatief kunnen beïnvloeden. De perceptie van de EU blijkt ook
een belangrijke factor. Een positieve perceptie leidt tot een ambitieuzere en volledigere
implementatie, terwijl negatieve perceptie vertraagt en leidt tot minimale implementatie.
Administratieve capaciteiten spelen eveneens een grote rol. Versterkte administratieve
structuren leiden tot snellere en volledigere implementatie, terwijl zwakkere capaciteiten leiden
tot vertragingen. Tot slot toont de factor overeenstemming een gematigde invloed. Hoewel een
goede ‘fit’ tussen EU-richtlijnen en provinciale beleidspraktijken positieve effecten heeft,
worden deze effecten soms belemmerd door andere factoren. Daarnaast heeft de factor
partijpolitieke prioriteiten een versterkende werking op de factoren: druk van belangengroepen,
perceptie van de EU en overeenstemming.