Beperkte herinneringen, rekbare getuigenissen. De culturele herinnering aan de deportatie van het Apeldoornsche Bosch en het perspectief van de patiënten
Summary
Het Apeldoornsche Bosch was een Joodse psychiatrische instelling die van 1909 tot 1943 in Apeldoorn gevestigd was. De nazi-ontruiming in de nacht van 21 op 22 januari 1943 leidde tot de deportatie van bijna 1200 patiënten en een deel van het personeel naar het vernietigingskamp Auschwitz, waar alle patiënten werden vermoord. De naoorlogse culturele herinnering aan het Apeldoornsche Bosch wordt gekenmerkt door een gebrek aan (geschreven) getuigenissen van de patiëntenslachtoffers. De centrale vraag in dit onderzoek is daarom hoe deze gewelddadige, massale tragedie kan worden herinnerd vanuit het perspectief van de patiënten, een slachtoffergroep die vooral bestaat uit mensen met een disability. In dit onderzoek wordt een alternatief herinneringsmodel geïntroduceerd dat rekening houdt met het perspectief van de patiënten, om zo een inclusievere herinnering aan het Apeldoornsche Bosch mogelijk te maken.
Dit onderzoek maakt gebruik van een narratieve methode om de naoorlogse culturele herinnering aan de deportatie van het Apeldoornsche Bosch te analyseren, zoals die wordt verbeeld in literaire werken, tv-films, toneelstukken en tentoonstellingen. Geconcludeerd werd dat de narratieven die voor 2000 zijn gepubliceerd zich voornamelijk richten op het verplegend personeel. Een terugkerende trope in deze verhalen is het morele dilemma waar het verplegend personeel mee te maken kreeg aan de vooravond van de evacuatie: vluchten en onderduiken of bij de zorgafhankelijke patiënten blijven en mee op transport gaan. De patiënten staan in deze narratieven in dienst van de karaktersering van de centrale, niet-disabled personages en fungeren daarmee als disabled enablers (Knittel, Historical 75). Vanaf de jaren 2000 wordt deze asymmetrie in perspectieven langzaamaan opgemerkt en een punt van kritische reflectie vanuit disabled perspectief. Enkele werken koppelen dan de geschiedenis van het Apeldoornsche Bosch aan de eugenetische ideologieën van de Duitse nazibezetters en de geschiedenis van Aktion T4, en gebruiken deze context om na te denken over hedendaagse discriminerende praktijken tegen mensen met een disability.
Het Apeldoornsche Bosch is geconceptualiseerd als een intersectionele herinneringsplek, doordat deze plek twee geschiedenissen samenbrengt: de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog en de discriminerende en eugenetische praktijken tegen mensen met een disability. Het is in de culturele herinnering aan het Apeldoornsche Bosch telkens de vraag in welke geschiedenis deze gebeurtenis wordt ingekaderd. Door exclusief te focussen op het perspectief van het verplegend personeel gaan sommige narratieven voorbij aan de intersectionaliteit van deze plaats van herinnering. Dit is één van de zaken die beperkt dat de continuïteit tussen de historische kennis over het Apeldoornsche Bosch en een maatschappelijk engagement met disability in het heden wordt opgezocht in de geanalyseerde narratieven.