Voor de Leider herbestemd: De verbouwing van het huis Korte Vijverberg 3 te Den Haag (1943-44)
Summary
Het zeventiende-eeuwse pand aan de Korte Vijverberg 3 in Den Haag kreeg in de achttiende eeuw een nieuw interieur, dat nu een toonbeeld is voor de toenmalige interieurarchitectuur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vestigde Mussert zijn nieuwe bestuursorgaan, de Secretarie van Staat. Maar voordat Mussert zijn bureau hier kon plaatsen, gaf hij architect Gerard Adriaan Cornelis Blok (1903) de opdracht om het pand te verbouwen en te restaureren. Blok kreeg vanwege zijn NSB-lidmaatschap hoge functies en prestigieuze restauratieopdrachten tijdens in de oorlog. Toen Blok eenmaal een hoge functie had, wilde hij zich vooral focussen op de problemen van de architectuurorganisatie en de bescherming van monumenten.
De nationaalsocialisten vonden dat de Hollandse bouwkunst sinds de komst van de achttiende-eeuwse Franse stijl in verval was. De uitzondering hierop was echter de Nederlandse interieurarchitectuur van de achttiende eeuw, zoals dat van Korte Vijverberg 3. Om de vervallen Nederlandse bouwkunst weer tot bloei te brengen, stelde hij regels op waaraan moderne architectuur moest voldoen.
Bloks ideeën, restauraties en architectuur delen gelijkenissen met het gedachtegoed van prominent nationaalsocialist Tobie Goedewaagen. Deze nationaalsocialistische ideeën kwamen ook terug in de restauratie van Korte Vijverberg 3. Blok paste hier drie verschillende restauratiebenaderingen toe. Deze werden gekozen aan de hand van de representatieve rol die een bepaalde ruimte zou gaan spelen en de aanwezigheid van monumentale en historisch waardevolle architectuur in de desbetreffende ruimte. De eerste benadering, schöpferische Denkmalpflege gebruikte Blok wanneer een bepaalde ruimte een middelmatige monumentale waarde had maar wel een hoge representatieve rol zou vervullen, zoals de binnentuin. Bij de schöpferische Denkmalpflege, wat opkwam in de dertiger jaren onder het nazi-regime, lag de focus op het symbolische idee van het gebouw. Daardoor was de materialiteit van ondergeschikt belang en was een creatieve restauratiebenadering gerechtvaardigd. De tweede benadering die Blok toepaste in het pand was een relatief strikte restauratie en reconstructie die hij in de hoog monumentale ruimtes toepaste. De laatste benadering was het bouwen van nieuwbouw, wat Blok deed wanneer een ruimte vrijwel geen historische architectuur had en een lage representatieve rol speelde. Zoals de kantoorruimte op de zolderverdieping.