Louis Sullivan Geometer: Geometrie en Spiritualiteit in de Ornamentprenten
Summary
Dit onderzoek gaat over de fantasierijke ornamentprenten van Louis Sullivan (1856-1924). De Amerikaanse architect die bekendstaat als de vader van de wolkenkrabber was tevens een groot ornamentkunstenaar. Hij wilde zijn methode graag met de wereld delen en publiceerde daarom A System of Architectural Ornament (1924). De eerste druk was enkele dagen vóór Sullivans overlijden gereed en de stervende man zag het als de voltooiing van zijn levenswerk. In dit belangrijke boek legt Sullivan met afbeeldingen en korte teksten uit hoe hij zijn ornamenten vormgaf. De geometrie speelde bij dit proces een cruciale rol. Daarom is nu voor het eerst de geometrie van Sullivans ornamentprenten middels formele analyses onderzocht. Hieruit is gebleken hoe Sullivan met de geometrie omging in zijn werk. Bovendien ontwierp hij altijd vanuit een filosofische, zelfs spirituele gedachte. Dit heeft ook betrekking op de geometrie, waardoor zich een diepere betekenis openbaart dan aanvankelijk verondersteld werd. Deze verhouding tussen spiritualiteit en geometrie in de ornamentprenten is de rode draad van het verhaal.
De scriptie gaat in op Sullivans leven en zijn professionele ontwikkeling als ornamentkunstenaar. Hij ontwikkelde een zeer persoonlijke en expressieve stijl waarmee hij zijn tijdgenoten overtrof. De ornamentprenten dateren uit zijn laatste fase, die gekenmerkt wordt door een hoge mate van verfijndheid. De ontwerpen waren zo doordacht, omdat Sullivan ook stilstond bij de spirituele essentie van het ornament, die volgens hem in het ‘zaadje,’ het kernidee, besloten lag. Hij zag de uitwerking van een ornament als de bevrijding van natuurlijk aanwezige energie. Uit de analyse van Sullivans ideeënwereld blijkt tevens dat zijn filosofie veel gemeen heeft met de esoterische leer van het Hermetisme. De Hermetische principes, zoals beschreven in The Kybalion (1908) komen ook terug in de ornamentiek. Sullivans eigen wet van form follows function complementeert deze ideeënleer. In combinatie met deze theorieën is ook gekeken naar de kosmologische benadering van geometrie, zoals deze door Plato en anderen werd beoefend. Deze traditie dicht aan de getallen en vormen inherente betekenis toe. Gebundeld vormen al deze concepten het theoretisch kader voor de formele analyse.
Uiteindelijk is gebleken dat Sullivan op een hoog niveau speelde met geometrie. Sommige ornamenten hebben zeer complexe structuren. Toch is het allemaal te herleiden tot heel simpele geometrische principes. Sullivan gebruikte voornamelijk in- en omgeschreven vormen voor de verhoudingen, waarvan het vierkant en de zeshoek het meest geliefd blijken. Ook proportioneerde hij met vierkante rasters. Het is duidelijk dat Sullivan zo veel mogelijk gebruik maakte van de natuurlijke eigenschappen van de geometrie, overeenkomstig met zijn liefde voor de natuur. Op deze manier creëerde Sullivan met elk ornament een microkosmos die het evenbeeld was van de gehele Schepping. Daarmee plaatst Sullivan zich in een oude traditie die geometrie op een kosmologische manier benadert. De bevindingen suggereren dat Sullivan de betekenis van de geometrische vormen inzette voor het narratief van A System of Architectural Ornament. Er lijkt zelfs een terugkerende scheppingsthematiek aanwezig te zijn in de geometrie van de prenten. Op deze manier vertelde Sullivan met de geometrie het verhaal van de creatieve kracht die overal aan ten grondslag ligt: The Infinite Creative Spirit.