Kronieken in Kaart: Geografische context en identiteitsvorming tijdens de Nederlandse Opstand (1568-1609)
Summary
In deze scriptie wordt het verband gelegd tussen geografische data en identiteitsvorming in kronieken uit de periode 1568-1609. Via een ‘distant reading’ worden geannoteerde locaties in twee Zeeuwse kronieken vergeleken met data uit zeven andere Noord-Nederlandse kronieken. De nadruk op de kronieken uit Zeeland komt voort uit het belang van dit geografische gebied voor zowel het Spaanse als het prinselijke leger in de eerste jaren van de Tachtigjarige Oorlog. Daarnaast wordt via een ‘close reading’ gekeken hoe het lokale karakter van de kronieken bijdraagt aan de constructie van het zelfbeeld en het beeld van de Ander.
Bij de ‘distant reading’ wordt in kaart gebracht op welke geografische gebieden de kronieken betrekking hebben. Daarbij wordt gebruikgemaakt van ‘location named entities’ die worden gekoppeld aan hedendaagse dorpen en steden, en hun bijbehorende coördinaten. Via ‘fuzzy matching’ worden data uit het corpus gekoppeld aan referentiedata, afkomstig uit de databases GeoNames en World Historical Gazetteer. Het toepassen van deze ‘entity linking’-methode op de vroegmoderne kronieken is gedeeltelijk succesvol: op typeniveau is 18,4% van de locaties geïdentificeerd en op tokenniveau 51,9%. Een aanzienlijk aantal plaatsnamen komt vaker voor in het corpus. In totaal werden 94,9% van de dorpen en steden via deze methode correct gekoppeld. De cartografische visualisatie van de geografische data toont aan dat deze kronieken vooral als lokaal georiënteerde teksten kunnen worden beschouwd.
In de analyse onderzoek ik in hoeverre het lokale belang van invloed is op de dynamiek van identiteitsvorming in de kronieken van Zierikzee en Middelburg, geschreven door respectievelijk Cornelis Claes en Pieter Joossen. Deze studie laat zien dat beide auteurs een kritische kijk hebben op lokaal bestuur, en wel langs politieke en religieuze lijnen. Vanwege bestuurlijke wandaden verslechteren de levensomstandigheden van de burgers: hoewel beide steden werden bevrijd van Spaanse overheersing, betaalden de burgers uiteindelijk de prijs voor deze vrijheid. Joossen ziet dit als keuze tussen twee kwaden, waarbij het geuzenleger, ondanks hun geweld, het beste voor had met de lokale bevolking. Claes twijfelt daarentegen aan de felle strijd tegen de Spanjaarden. Overgave zou vrede betekenen en bovendien het behoud van vruchtbaar land. De lokale belangstelling in deze kronieken wordt weerspiegeld in zowel de geografische gegevens als de inhoud. Dit maakt de combinatie van ‘close reading’ en ‘distant reading’ tot een nuttige benadering voor het onderzoeken van het kroniekengenre.