Cognitieve flexibiliteit bij kinderen en jong volwassenen met een autisme spectrum stoornis en hun ouders
Summary
Er is in toenemende mate aandacht voor de genetische factoren bij het ontstaan van autisme spectrum stoornissen. Een klein aantal onderzoeken waarbij biologische ouders en broertjes/zusjes van personen met een autisme spectrum stoornis werden onderzocht, stellen dat tekorten in de executieve functies planning en cognitieve flexibiliteit het breder cognitief fenotype omschrijven. Maar er zijn ook onderzoeken waarbij deze defecten in cognitieve flexibiliteit niet gevonden werden bij individuen met een autisme spectrum stoornis. In dit onderzoek wordt gekeken naar groepsverschillen op verschillende cognitieve flexibiliteitstaken, namelijk de D-KEFS Color Word Interference Test en de ANT – Shifting Attentional Set – Visual (SSV). Een groep met een autisme spectrum stoornis (ASS) bestaande uit 20 kinderen en jong volwassenen is vergeleken met een controlegroep (15 participanten). Een oudergroep (27 ouders van de kinderen en jong volwassen uit de ASS groep) is vergeleken met normgroepen. Tot slot zijn de verschillende cognitieve flexibiliteitstaken met elkaar vergeleken. Gebleken is dat de ASS groep significant trager is dan de controlegroep op de Color Word Interference Test; er was echter geen verschil op de SSV. De oudergroep bleek significant trager te zijn dan de normgroep op de Color Word Interference Test, maar er werden geen verschillen op de SSV gevonden. Tot slot is er geen correlatie gevonden tussen de cognitieve flexibiliteitstaken. Suggesties voor vervolgonderzoek zullen in het licht van de gevonden resultaten worden besproken.