Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBeek, Martijn van
dc.contributor.authorViet, Catharina de
dc.date.accessioned2023-09-15T00:00:47Z
dc.date.available2023-09-15T00:00:47Z
dc.date.issued2023
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/45175
dc.description.abstract[""In deze scriptie is onderzocht hoe in een groep van vier scholen, ontworpen door de Rotterdamse stadsarchitect Ad van der Steur (1893-1953) het internationale debat over stedenbouw en architectuur en de regelgeving voor scholenbouw in de praktijk werd vertaald. Deze scholen zijn gebouwd in 1928, in een periode waarin Rotterdam werd uitgebreid op de zuidelijke maasoever. Tegelijk was dit een tijd waarin in Nederland steeds meer aandacht kwam voor stedenbouw, waarbij het Internationale Stedebouwcongres van 1924 in Amsterdam een belangrijke rol speelde. Voor de uitbreiding van de stad werd een reeks uitbreidingsplannen opgesteld, waarbij het Uitbreidingsplan van W.G. Witteveen uit 1926 leidend was ten tijde van de bouw van de vier scholen. In dit uitbreidingsplan zijn verschillende principes zichtbaar die werden besproken op het Stedebouwcongres in Amsterdam, zoals het ruimte inplannen voor groen. Van der Steur liet zich ook beïnvloeden door het destijds populaire cultuurfilosofische werk De ondergang van het Avondland van Oswald Spengler. Hierbij gaf Van der Steur een eigen, optimistische draai aan Spenglers ideeën. Bij het ontwerpen van de scholen was het Bouwbesluit 1924 leidend. Dit was het meest recente uit een reeks bouwbesluiten, die scholenbouw reguleerden ten gunste van goede omstandigheden voor de kinderen. Bij veel regels was echter wel flexibiliteit ingebouwd en daarom had Van der Steur ook vrijheid om de vensters van de klaslokalen te oriënteren zoals dat het beste in het ontwerp paste. In deze scriptie wordt geconcludeerd dat de invloed van het internationale stedenbouwkundige discours niet direct terug is te zien in het ontwerp van de scholen, hooguit indirect via de uitbreidingsplannen. Wel was Van der Steur op de hoogte van wat er speelde, maar het lijkt erop dat de stedenbouwkunde bij Van der Steur beperkt bleef tot een interesse die niet in de praktijk gebracht werd. Van der Steurs collega Witteveen was de stedenbouwkundige. Een onderwerp voor een verder onderzoek zou kunnen zijn wat de wisselwerking tussen Van der Steur en Witteveen inhield. Bovendien liggen er nog genoeg onderzoeksmogelijkheden wat betreft de invloed van Spengler op het stedenbouwkundige denken in de jaren 1920.""]
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectVier scholen in Rotterdam-Zuid, ontworpen door Ad van der Steur (1893-1953) geplaatst in de context van actuele ontwikkelingen in stedenbouw en
dc.title"Stralen van zegen en kennis."
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsAd van der Steur; scholen; Rotterdam-Zuid
dc.subject.courseuuKunstgeschiedenis
dc.thesis.id22689


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record